21 Januari 1924 22*
schoonheidscommissie
De Voorzitter zegt dat dit nog steeds een punt van be
spreking uitmaakt bij B. en W.
De heer de Nies dringt erop aan dat aan de werklieden,
die hun eigen schop gebruiken, zg.batsengeld wordt toegekend.
Voorts bepleit Spreker de toekenning van zg.trainingsgeld aan
de arbeiders.
De Voorzitter verzoekt den heer de Nies dergelijke voor
stellen schriftelijk bij B. en W. in te zenden en in de be
trokken commissie te bespreken,Alsdan kunnen B. en W. prae-
advies uitbrengen.
De heer de Nies vraagt voorts waarom aan den arbeider
Koekoek 2 kolenbonnen zijn onthouden, en waarom aan de arbei
ders, die bij de gemeente in productieven arbeid zijn geweest,
nog steeds geen vacantiebonnen zijn uitgereikt.
De Voorzitter kan omtrent de niet—verstrekking van 2 kolen-1
bonnen aan den arbeider Koekoek op dit oogenblik niets mede-
deelen. Spreker zegt voorts dat B. en W. aan den betrokken amb
tenaar opdracht hebben gegeven de vacantiebonnen te verstrekken,
zoodat Spreker dacht dat deze zaak in orde was. Spreker zegt
een nader onderzoek toe.
De heer Nooder heeft gezien dat aan de nieuwe lichtpunten
der straatverlichting sierlijke kapjes zijn aangebrachtSpreker
zou gaarne zien dat de overige lichtpunten ook van een dergelijk
kapje werden voorzien.
De Voorzitter zegt dat deze kapjes geleidelijk zullen wor
den aangebracht.
De heer Grootewal geeft in overweging om den badmeester
tijdens de sluiting vgn het bad, les te doen geven in het z. 'g.
droogzwemmen. Wannec-reaaarmede nu begint, levert dit nut op en
heeft de badmeester weer werk op zijn gebied, inplaats van ad
ministratief werk ten gemeentehuize. Het is van zeer veel belanf
èn voor de jeugd, èn voor de inrichting dat bedoelde lessen
worden gegeven.
De Voorzitter zegt dat hij hieraan zijn aandacht zal wijden
De heer Busch vraagt inlichtingen omtrent den stand van
zaken met betrekking tot ae verbetering van het trottoir voor
de winkels van de heeren van Sitter en van Kleef aan de van
Weedestraat
De Voorzitter zegt dat de plannen tot bedoelde verbetering
reeds gereed zijn, en dat deze naar het Rijk zijn gezonden om
dat voor de rioleering en de verwijdering van de ter plaatse
staande boomen toestemming van het Rijk benoodigd is.
De heer Busch dringt erop aan dan nu reeds een staketsel
om den put te zetten, daar de tegenwoordige toestand levensge
vaarlijk is.
De Voorzitter zegt dat met deze opmerking van den heer
Busch rekening zal worden gehouden. Spreker vraagt of thans
reeds door den Raad in principe beslist kan worden tot het ver-
leenen van crediet voor bedoelde verbetering, zoodat dan tot
uitvoering kan worden overgegaan zoodra de goedkeuring van het
Rijk afkomt. B» en W. behoeven dan met de uitvoering niet te
wachten tct de volgende vergadering van den Raad.
Zonder hoofdelijke stemming kan de Raad zich hiermede
vereenigen.
De heer