51 October 1934 253» De heer Gasille wijst -jrop dat muilkcrving een kwelling is vc.or de dieren. Het is de waag of de hond wel gevaarlijk is te genover andere menschen. Spreker meent dat de politie zich hier bemoeit met een burenruzie. Deze hond gaat wel een anderen hond telijf, doch waar in de politieverordening sprake i« van een ge vaarlijke hond, kan daarmede toch niet anders bedoald zijn een hond, die gevaarlijk is voor menschen. Aangezien het beest geen menschen aanvalt, doch alleen vecht met andere honden, geeft Spreker den Voorzitter in overweging dit beest niet als gevaar lijk te beschouwen voor menschen en derhalve niet te besluiten tot handhaving der getroffen maatregelen. De heer Grootewal wil deze zaak overlaten aan het beleid der politie De heer Gasille verzoekt den Voorzitter mildheid te be trachten. De heer Stroband bepleit voorwaardelijke veroordeeling met een proeftijd van 3 maanden. De Voorzitter zegt dat het een kwestie is van B. en V. en niet van den Baad. Spreker zal echter rekening houden met het naar voren gebrachte, waarna het voorstel van B. en 17. zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen. 268.STEÜNVERLEENING (3e afd. no. 3672). Voorstel om geen medewerking te verleenen tot verstrekking van steun aan kunstenaars in nood. Aangezien de financieele gevolgen, welke uit de verstrek king van dezen steun zouden voortvloeien, niet kunnen worden nagegaan, wordt geadviseerd geen medewerking te verleenen tot verstrekking van genoemden steun. De heer Gasille merkt op dat onder de inwoners dezer ge meente ook kunstenaars zijn. Aangezien deze menschen ook in nood verkeeren, moet men ze niet van steun uitschakelen, temeer waar ze niet bij de werkverschaffing geplaatst kunnen worden. De Voorzitter zegt dat B.en W. de consequenties niet aan durven van een besluit om aan een te stichten fonds tot steun aan kunstenaars deel te nemen. De heer Gasille stelt voor dat de gemeente zich genegen verklaart tot deelneming aan dit fonds door een crediet toe te staan van maximaal 500,=. De Voorzitter ontraadt eenig crediet toe te staan daar de gevolgen niet bekend zijn, en ook niet bekend is hoeveel ge.-meen- ten aan dit fonds bijdragen. De heer Grootewal vestigt ook de aandacht op de consequen ties, omdat er wel meer intelleotueelen zijn, die steun behoeven. Het voorstel van den heer Gasille om een bedrag van maximum 500.= voor dit doel toe te staan, wordt hierna in stemming ge bracht en verworpen met 11 tegen 4 stemmen. Vóór het voorstel stemden de heeren Nooder, de Nies Stroband en Gasille. Als ge volg hiervan is het voorstel van B. en W. aangenomen. 269.INTEBPELLATIE (1e afd.no.3245) De Voorzitter stolt hierna aan de orde de interpellatie van het lid A.Mulder (zie sub c_ der ingekomen stukken). Spreker geeft den heer Mulder het woord. De heer Mulder deelt dan allereerst mede dat het zijne be doeling is in 't openbaar te protesteeren tegen de middelen welke door B. en Wzijn aangewend om hem te bemoeilijken in de handha ving van zijn eed, waarbij hij heeft beloofd de belangen der ge meente

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 506