o. 14. 5 December 1954 260.
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van den Raad
der gemeente Soest, op Woensdag, 5 December 1954, des voor
middags :0 uur.
Voorzitter: Mr.G-Deketh, Burgemeester.
Secretaris- J.G.A»Batenburg.
Tegenwoordig de leden: H.Th.van den Berg, P.van den Breemer,
D.A.de r-ruijn, C.J.van Dam, J.S.van Duren, A.Endendijk, H.J.Gasil-
le, G.J.GrootewalM.Hornsveld, li.van Klooster, K.lodeesen,A.Mul
der, A.de Nies, J.Nooder en J.Stroband.
De Voorzitter opent de vergadering en geeft gelegenheid tot
het doen van een gebed.
Hierna biedt de Voorzitter den leden bij wijze van Sint Nico-
laas-surprise de gemeentebegrooting en de bedrijfsbegrootingen voor
1955 aan.
De heer Gasille zegt dat het ha; verheugt dat de begrooting
nu eindelijk eens op de juiste wijze ,n.l. in de vergadering van
den Raad, wordt aangeboden.
Vervolgens wordt overgegaan tot de behandeling der agenda.
274,Vaststelling van de notulen der vergaderingen dd. 11 en 51 October
1954.
De heer Nooder merkt op dat volgens de notulen der vergadering
van 11 October j.1. besloten zou zijn het beton-rijwielpad aan te
leggen aan de Oostzijdeinplaats van de aan de Westzijde der Soes-
terbergschestraatSpreker vraagt of hier sprake kan zijn van een
vergissing, daar hem gebleken is dat bedoeld pad is aangelegd aan
de Westzijde dier straat.
De Voorzitter, die opmerkt dat op- of aanmerkingen op de notu
len van te voren schriftelijk ingediend moeten worden, zegt dat in
derdaad door den Raad besloten is bedoeld pad aan te leggen aan de
Oostzijde der straat vanaf de richtfing Soest, echter behoudens
goedkeuring van Ged.Staten. Dit college maakte hiertegen bezwaren
omdat het rijwielverkeer aan bij den spoorwegovergang Soest-
duinen zou moeten oversteken, hetgeen niet zonder gevaar zou zijn.
Als gevolg hiervan moest het pad dus aan de Westzijde worden aan
gelegd, derhalve volgens het oorspronkelijk plan.
De heer Nooder zegt vervolgens dat de Voorzitter in de verga?-
dering van 51 October j.1. bij de interpellatie van den heer Mulder
heeft gezegd dat men anders veelal niet schroomt een ambtenaar
in het openbaar aan te vallen, en dat nog onlangs door een der le
den de opmerking is gemaakt omtrent een ambtenaar, die er zou moe
ten zijn voor het publiek en niet omgekeerd, en waarvan toen ook
niets is gebleken". Het spijt Spreker dat hij die opmerking van den
Voorzitter niet heeft gehoord, daar hij anders er wel wat over ge
zegd zou hebben. Spreker handhaaft nog ten volle zijn standpunt in
deze, en kan met bewijzen naar voren komen. Spreker heeft wel met
den Voorzitter over deze aangelegenheid gesproken, doch tot een
einde is het niet gekomen. Spreker neemt dus niets van zijn gezeg
de terug en is niet verantwoordelijk voor het door den Voorzitter
in de vorige vergadering gezegde.
De Voorzitter zegt dat hij in die vergadering buiten bespre
king heeft gelaten wien het aangaat.
De notulen der beide vergaderingen worden hierna zonder hoofde
lijke stemming vastgesteld.
275.INGEKOMEN STUKKEN.
Ingekomen zijn de navolgende stukken: