9 Maart 1934 }2. Vervolgens wordt in behandeling gebracht het ontwerp-be- sluit no. 3392a tot het aangaan eener rekening-courant-over eenkomst met de stichting. Mejuffrouw Eunke zegt ten aanzien van art.2 van dit be sluit dat het haar getroffen heeft dat eerst binnen "3 maanden" na het eindigen van ieder kalenderjaar een afschrift van de re kening-courant door den gemeente-ontvanger moet worden gezonden aan den^boekhouderWaar in dit artikelvoorts bepaald is dat binnen één maand na het eindigen van ieder kalender-kwartaal een staat wordt opgemaakt van alle plaats gehad hebbende ont vangsten en gedane betalingen, en er dus elk kwartaal als 't ware een contröle plaats heeft, meent Spreekster dat een ter mijn van drie maanden te lang is. De heer Gasille kan zich daarmede volkomen vereenigen. Ce heer Endendijk merkt nog op dat bij de woningbouwver- eenigingen ongeveer een gelijke regeling geldt als door B. en W. wordt voorgesteld. Na eenige discussie wordt tenslotte besloten te lezen: "een maand" inplaats van"3 maanden". ^e heer Gasille vraagt of er een boekhouder benoemd wordt, daar in artikel 2 gesproken wordt van "een met de boekhouding der stichting belasten ambtenaar." De Voorzitter zegt dat er niet speciaal een "boekhouder" behoeft te zijn. De heer Gasille zegt voorts dat in dit artikel bepaald is dat, indien deze ambtenaar zich met de o^ denstaat voorkomende posten niet kan vereenigen, hij binnen één maand na ontvangst van dien staat daarvan kennis geeft aan den gemeente-ontvanger onder vermelding der redenen. Spreker vraagt wat er dan verder moet gebeuren. De Voorzitter zegt dat dan een nieuwe staat opgemaakt zal moeten worden, of er komt een conflict te ontstaan, hetwelk door B. en V. opgelost zal moeten worden. Dit college heeft toch immers een voortdurend toezicht op een en ander. De heer Gasille acht een aanvulling dezer bepaling toch wel wenschelijk. De Voorzitter zegt dat er geen bezwaren bestaan hieraan toe te voegen een bepaling dat, wanneer de Ontvanger zich daar mede niet kan vereenigen, hij daarvan mededeeling moet doen aan B. en ff. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. Bij art.4 vraagt de heer Gasille door wien en op welke wijze de verantwoording geschiedt van kleine betalingen voor porti, vrachten en dergelijke, daar de andere te doene beta lingen geschieden op bevelschriften door den gemeente-ontvanger De heer van Duren meent dat het de bedoeling is aan het natuurbad een kleine kas aan te houden. De Voorzitter zegt echter dat deze kleine betalingen ook zullen geschieden door den gemeente-ontvanger, en wel bij voor schot. Het stichtingsbestuur voert alleen de administratie en de gemeente-ontvanger is de kassier. De heer Gasille

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 64