29 Januari 1935 53*
risverlaging, dringt erop aan dat B. en W. nu zoo gauw mogelijk
aan dezen wensch voldoen. De zaak kan behandeld worden in het ge
organiseerd overleg en vervolgens in den Raad, zoodat men dan
tenslotte weet hoeveel opcenten op de personeele belasting kun
nen vervallen.
De heer Nooder zegt dat hij het een schande zou vinden in
dien de salarissen de sluitpost van de begrooting zouden worden.
De heer Grootewal die erop wijst dat een salarisverlaging
de begrooting toch niet sluitend maakt, zegt dat de Raad een
zuiver overzicht moet hebben omtrent de totale bezuinigingen,
welke als gevolg van de opmerkingen in de afdeelingsvergaderingen
en in de Raadsvergaderingen aangebracht zijn. De Raad mist thans
een zuiver overzicht.
De Voorzitter zegt dat de zaak heel eenvoudig is. Er is
thans een tekort gelijk aan een bedrag van de opbrengst van 170
opcenten op de personeele belasting. Spreker zegt voorts dat de
salarisregeling voor het gemeentepersoneel twee maanden geleden
vastgesteld is. Het gaat niet aan om nu weer een salariskorting
toe te passen. Het personeel heeft vaak onder moeilijke omstan
digheden werk te verrichten en ook buiten de kantooruren wordt
door veel ambtenaren werk verricht. De heer Gasille zou een tij
delijke korting voor 1935 wenschen, doch Spreker meent dat de
salarissen niet als sluitpost der begrooting gebezigd mogen wor
den.
De heer Gasille zegt dat de Voorzitter geen vast standpunt
inneemt. Spreker, die van meening is dat de salarissen niet als
een sluitpost der begrooting zijn te beschouwen, handhaaft zijn
voorstel om voor 1935 een tijdelijke vermindering op de salaris
sen toe te passen. Spreker dacht dat reeds door den Raad een be
sluit tot salarisverlaging op zijn voorstel genomen was en dat
dit zou worden uitgevoerd.
De Voorzitter zegt dat de Raad zich toch dient uit te spre
ken over toepassing eener tijdelijke korting op de wedden van het
personeel. Het voorstel van den heer Gasille acht Spreker tech
nisch onjuist. Men moet een vast percentage over de geheele linie
nemen, of b.v.2è^ op wedden beneden 2000,= en op het meerde
re boven 2000,=. Spreker wijst erop dat er nu geen begrooting
is.
De heer de Bruijn vestigt er vervolgens de aandacht op dat
er op de secretarie 3 volontairs zijn, 'die leergeld betalen.
Spreker vraagt wie dat geld in zijn zak steekt, daar het naar
zijne meening in de kas der gemeente thuis behoort.
De Voorzitter zegt dat die gelden niet in de gemeentekas
verantwoord moeten worden.
De heer Grootewal vindt het niet erg dat er geen aangenomen
begxooting is. In Ede is de begrooting van 1935 zelfs nog niet
goedgekeurd. Spreker meent voorts dat de Voorzitter in zijn toe
lichtingen onjuist is. Op 27 Dec.jl. deelen B, en W. in een af
zonderlijk schrijven mede dat bij aanneming der wetsvoorstellen
een bedrag gedokt moet worden van 68.200,=, te vinden door
verhooging der straatbelasting, verhooging seoretarieleges, en
verhooging opcenten personeele belasting tot 170.
De Voorzitter zegt dat alle wijzigingen in nota's van wij
ziging zijn opgenomen.
De heer Gasille brengt nogeens in herinnering dat hij heeft