1Maart 1955 86. Krol. In de afstandsverklaring, welke de Raad niet gezien heeft, moet sprake zijn van een servituut, daar een boom staande mid den op het rijwielpad, niet mag worden verwijderd. Spreker dringt erop aan dat alsnog pogingen in het werk worden gesteld tot ver wijdering van dien boom. Wethouder van Klooster deelt mede dat hieromtrent onder handelingen worden gevoerd. De heer Mulder merkt hierna op dat in de raadsvergadering van 51 Oct.1954 is beslist, dat door B. en W. een kostenbereke ning bij den Raad ingeleverd zou worden omtrent verbetering wan delpaden en aanleg parkeerterrein bij de halte Meuweweg. Deze berekening heeft den Raad nimmer bereikt. Verder vraagt Spreker of al antwoord is ingekomen van Ged.Staten inzake de wethouders-- salarissen, en of de nieuwe salarisregeling al is goedgekeurd. Spreker vestigt er voorts nog de aandacht op dat de Raad onlangs bij het toestaan van crediet voor de ontginningen heeft beslist dat de bouwblokken in de ontginning zouden vallen, terwijl be doelde blokken er nu buiten schijnen te vallen. Spreker merkt verder nog op dat op 21 Dec.1954 door den Raad besloten is niet over te gaan tot verhuur van grond aan de Batenburglaan aan E. Wijman, daar de gemeente zelf dezen grond noodig zou hebben. Naar Sprekers oordeel had men dezen man met 's Raads beslissing in kennis moeten stellen, alhoewel de man wel uit de couranten gelezen zal hebben dat die grond niet verhuurd werd. Spreker acht het wenschelijk dat niet tot verhuur wordt overgegaan, daar de gemeente die strook grond noodig heeft. Hierna informeert Spreker nog naar den stand van zaken met betrekking tot het open baar uitbesteden van onderhoudswerken. Wethouder van Klooster deelt mede dat zoolang de begroo ting niet aangenomen was, deze aangelegenheid niet in behande ling kon worden genomen. Het bestek zal nu spoedig opgemaakt worden, voor het geval dit nog niet geschied is. De heer Mulder verzoekt vervolgens in werkverschaffing een paar banken gereed te doen maken en deze te plaatsen te Soester- berg. Aangezien de subsidie der gemeente aan SoesterbergsBloei verminderd is, kan deze vereeniging niet meer voor plaatsing van banken zorgdragen, zooals voorheen geschiedde. Tenslotte zegt Spreker nog dat in de raadsvergadering van 12 Sept.1954 aan J.L.v,d.Lichte eene ontheffing is verleend van een bepaling der Bouwverordening, voor welke ontheffing Spreker was, indien door den belanghebbende afstand van grond werd gedaan. De Voorzitter zei dat voor grondafstand zou worden zorggedragen, zoodat Spre ker gaarne inzage van die verklaring zal nemen. De Voorzitter zegt dat geen verklaring van grondafstand werd opgemaakt, doch dat de belanghebbende steeds bereid is tot grondafstand indien tot verbreeding van den Maatweg mocht wor den overgegaan. De heer Grootewal vraagt wanneer het rapport omtrent het natuurbad aan den Raad ter hand zal worden gesteld. Dit rapport is opgemaakt en de Commissie is er buitengewoon bij geïnteres seerd dat het wordt behandeld. Het is van groot belang dat het rapport zoo spoedig mogelijk openbaar wordt gemaakt. De heer Gasille deelt mede dat in de laatste vergadering der commissie de conclusie is opgemaakt. Deze was in ontwerp met potlood geschreven en door de leden geparafeerd. Spreker heeft den heer van Duren, voorzitter der Commissie en den Ge-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 172