12 April 1955 100. jeoten, als aanleg sportpark, duurt ook weer geruimen tijd. Spreker zou omtrent het thans in behandeling zijnde object het oordeel willen vragen van den nieuwen Directeur. Spreker zal den Directeur dan eens rondleiden door de geheele gemeen te De heer Nooder meent dat het aanbrengen van eenige be planting om den vijver niet zal misstaan. Spreker betoogt voorts dat gestreefd moet worden naar het aanwijzen van werk- objecten. Hoe meer geld wordt besteed aan de werkverschaffing, hoe meer subsidie de gemeente van het Rijk verkrijgt. Men moet de mensehen aan het werk houden. Nu straks de nieuwe Directeur in functie zal treden, is het van belang, dat dezen gevraagd wordt welk plan en welke objecten voor uitvoering in aanmer king gebracht kunnen worden. Men moet dan niet telkens met gedeeltelijke plannen, doch met een flink plan bij het Staats-»- boschbeheer komen, en zorgen dat het natuurschoon niet ge schaad wordt. De Voorzitter wijst erop dat de wandelplaats op het Hoogt zoo sober mogelijk zal worden aangelegd, en dat bij de zen aanleg rekening zal worden gehouden met het behoud van het natuurschoon. - De heer Gasille merkt op, dat het toch niet de bedoeling der Pinancieele Commissie is om het door B. en W. aangevraag de crediet ad 8.000,= voor aanleg van een wandelplaats op den Soesterberg te besteden, doch slechts de helft daarvan; de andere helft kan dan voor andere objecten besteed worden, waaromtrent den Raad nog voorstellen zullen worden aangeboden. De heer Grootewal zegt dat het steeds de bedoeling van den Raad is om objecten te doen uitvoeren, waarin veel ar beidsloon opgenomen is en zoo weinig mogelijk kosten van ma terialen, zoodat men dan een groot gedeelte van de kosten van het Rijk als subsidie terugontvangt. Men moet voorts werken hebben, die voor de gemeente meer productief zijn, en men moet geen monnikenwerk laten verrichten. Alsdan is het eerder mogelijk meerdere objecten aan te wijzen. Spreker verzoekt hierbij de medewerking van de S.D.A.P.leden uit den Raad. Men moet niet altijd zoo nauw kijken indien eenig werk wat meer productief is dan een ander werk. De heer Nooder merkt op dat hij steeds aangedrongen heeft op uitvoering van werken, waar men wat aan heeft, Spreker is ook tegen het verrichten van monnikenwerk. De heer Mulder is van oordeel dat er een plaats moet zijn voor den afvoer van overtollig water van de Banningstraat in geval van stortbuien. Spreker zou daarvoor een eenvoudig gat willen maken. Wethouder van Klooster zegt nog eens dat deze plannen door de Commissie Openbare V/erken zijn besproken en dat op initiatief van den heer Mulder een plan is ontworpen tot het maken van uitzichten op den Soesterberg. De heer de Nies zegt dat hij even wil reageeren op het gezegde van den heer Grootewal. Spreker had steeds grieven tegen uitvoering van kleine productieve werken door hen, die via Maatschappelijk Hulpbetoon tewerkgesteld worden, daar de vakmenschen aan die werkjes wat behooren te verdienen. Spre ker heeft hierbij o.a. het oog gehad op het schilderwerk, dat uitgevoerd werd aan den brandtoren, en aan het Raadhuis. Aan de uitvoering dezer werkzaamheden zijn voor de betrokkenen gevaren

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 200