12 April 1955 111 600,=, en aan Wiss voornoemd den erfpachtscanon groot 22,68 over het jaar 1934 terug te betalen en kwijtschelding te verleenen van de betaling van het gedeelte van den ezf- pachtscanon, verschuldigd over het jaar 1935, een en ander onder de voorwaarden en bepalingen, vermeld in de ontwerp-besluiten De besluiten sub a. en _b worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming Vastgesteld. Ten aanzien van het besluit sub c_ zegt de heer Hornsveld, dat wanneer blijkt dat de oppervlakte der beide terreinen niet gelijk te maken is, hij bereid is de meerdere oppervlakte, welke hij zou verkrijgen en welke volgens het ontwerp-besluit 7 M2 zou bedragen, bij te betalen. Van deze mededeeling wordt kennisgenomen. De heer de Bruijn vraagt of de heer Hornsveld bereid is het perceel grond tijdelijk in bruikleen af te staan voor het verbouwen van aardappelen aan hen, die daartoe een aanvraag doen. De heer Hornsveld antwoordt hierop bevestigend. De heer Mulder kan zich met de motiveering van het be sluit niet vereenigen. Ook in dit geval zou schadevergoeding toegekend moeten worden na vaststelling van het uitbreidings plan. Spreker is daarom tegen deze ruiling. De heer Hornsveld zegt dat het hier een ander geval is. Spreker mag op zijn terrein gaan bouwen, doch de gemeente heeft dat liever niet. Vandaar is Spreker tot een grondrui- ling bereid. De Voorzitter deelt ook nog mede, dat de heer Hornsveld vergunning heeft voor den bouw op het thans aan hem toebehoo- rende terrein. Wordt tot dezen bouw overgegaan, dan zou men in conflict komen met het uitbreidingsplan, zoodat het hier een tegemoetkoming van de zijde van den heer Hornsveld is en deze ruiling in het belang der gemeente is. De heer Mulder neemt kennis van deze mededeeling. Het besluit wordt hierna zonder hoofdelijke stemming vastgesteld, met aanteekening dat de heer Hornsveld zich van stemming heeft onthouden. De heer Gasille vraagt ten aanzien van het besluit sub d of deze gronden wederrechtelijk in gebruik zijn genomen, daar men thans een belangrijk bedrag moet betalen voor afkoop van het erfpachtsrecht De heer de Bruijn zegt dat deze gronden inderdaad in be slag zijn genomen en dat verschillende toezeggingen zijn ge daan. De heer Mulder vraagt of de gemeente verplicht is tot aankoop van het erfpachtsrecht. Een en ander is zeker het ge' volg van onbetrouwbaarheid van het personeel. De heer de Bruijn meent dat de billijkheid eischt dat de erfpacht wordt overgenomen. Spreker zegt dat het hem gelukt is om den koopprijs te stellen op 600,=. De heer van den Breemer merkt op dat Wiss aanvankelijk een bedrag vroeg van -,25 per M2, hetgeen ruim 1200,= in totaal zou zijn. De heer Mulder heeft in het desbetreffend rapport gele zen dat de heer van den Breemer eerst 500,= en later f ^00,= zou hebben geboden, terwijl V/ethouder van Klooster 1.000,= zou hebben toegezegd. Wethouder

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 222