1j>6. den ter onderzoek, verontreinigd is. Of dat een geheel valsch watermonster ter onderzoek is aangeboden. B.en W. schatten de rapporten van hun deskundigen en van het Centraal laboratorium voor de Volksgezondheid hooger en betrouwbaarder dan de mededee- lingen in genoemde krantenberichten en verwachten, dat het ver standige publiek er evenzoo over zal denken. Spreker zegt dat hij hiermede vraag 5 van den heer hooder reeds heeft beantwoord, veronderstellende dat de heer Kooder dit goed gevonden heeft. Spreker, die er op wijst dat men dus geen waarde dient te schenken aan de publicatie in het blad, zegt dat hij zelf bij het Centraal Laboratorium voor de Volksgezondheid te Utrecht is geweest en weet dat een bepaald persoon, wiens be roep hem moest noodzaken den Burgemeester te waarschuwen, indien inderdaad waar was wat in "de Soester" over de bevuiling staat, drie monsters water voor "de Soester" heeft genomen, welke zijn opgezonden naar het Centraal Laboratorium voor de Volksgezondheid te Utrecht. Spreker weet ook dat er drie rapporten zijn uitge bracht in den vorm zooals het bureau Koning en Mooij die bij B. en W. inleverden, doch zonder conclusie. De conclusie is getrok ken door den schrijver van de artikelen van het natuurbad. Is de ze schrijver een deskundige? In zulke aangelegenheden moet men wel zeer deskundig zijn; zelfs bedoelde persoon is dit niet. Biet de Maatschappij voor Volksgezondheid, waarover "de Soester" schrijft heeft het water onderzocht, doch het Centraal Laborato rium voor de Volksgezondheid te Utrecht, terwijl de Rijks-serum inrichting te Rotterdam, welke ook door "de Soester" is genoemd, geen inrichting voor wateronderzoek is. Indien de persoon, die de monsters nam, de conclusie wist en deze beaamde, zou hij dan geen groote schuld op zich laden tegenover de gemeenschap om den Burgemeester niet te waarschuwen? Spreker vraagt of "de Soester" diezelfde groote schuld niet op zich heeft geladen. Spreker meent dat men wel zeer gerust kan zijn, daar de door hem bedoelde per soon een dagelijksche gast was van het Soester Latuurbad-zwemwa- ter. Spreker heeft nimmer klachten ontvangen over bevuiling van het water, integendeel een ieder sprak zijn groote waardeering uit over het Soester Natuurbad en prees het zwemwater ten zeer ste. Spreker vraagt of men werkelijk gelooft dat het publiek niet moord en brand zoude hebben geschreeuwd indien het gezwommen had tusschen de faecaliën. Ook het hieromtrent geschrevene is weer schromelijk overdreven, en de bedoeling is niets anders dan een zekere achterdocht te wekken tegen de gemeente. B.en W. heb ben nimmer klachten bereikt van zwemmers, en Spreker zou al een beestmensch zijn wanneer hij de menschen in zulk slecht water liet zwemmen. Van bevuiling van het water, als door "de Soester" bedoeld, is geen sprake, en alleen deskundige chemici en hygië nisten kunnen hierover oordeelen. Men is hier op praatjes afge gaan, en weidenkenden zullen hierover wel anders oordeelen. Het gemeentebelang, destijds door "de Soester" naar voren gebracht, 1S deze artikelen absoluut zoek. Volgens een dezer artikelen zou Wethouder van Duren een en ander geweten hebben omtrent den uitslag van het wateronderzoek en zou op diens verzoek geen pu blicatie van de resultaten van dit onderzoek plaats gehad hebben. Waarom doet men thans na twee jaren dergelijke mededeelingen Wanneer de gemeente nu nadeel ondervindt van die artikelen in de Soester" dan is dat niet de schuld van het Gemeentebestuur, doch van "de Soester". Dit mogen de gemeentenaren wel bedenken. Ziooiang van "deskundige" zijde niet de rapporten van de deskun digen der gemeente omtrent wateronderzoek worden omgekegeld, zoo-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 272