24 Juli 19^5 166. te laat opgeleverd. Aan boeten, minder werk enz. zou minstens 10.000,= afgetrokken kunnen worden. De Raad weet nu echter na Sprekers uiteenzetting of hij al dan niet goedkeuring aan deze zaak dient te verleenen. Wethouder van klooster zegt dat uit alles blijkt dat de heer Mulder een, groot wantrouwen heeft in de personen, die het laatst op het werk zijn geweest. Spreker kan al de cijfers, die door den heer Mulder genoemd zijn, niet zoo ineens weerleggen. De tijdelijk opzichter uit Hilversum heeft de afrekening opge maakt en tenslotte is overeengekomen dat geen verrekening van meer en minder werk zou plaats hebben. De heer Gasille wil na al het gehoorde van Sen heer Mulder het voorstel van en W. teruggenomen zien, opdat eerst nadere inlichtingen ingewonnen kunnen worden en den Raad overgelegd kunnen worden. Wethouder van Klooster zegt dat men toch niet van' hem mag verwachten dat hij alle technische aangelegenheden controleert. De Voorzitter betoogt ook nog eens dat deze geheele zaak door den tijdelijk opzichter is bezien. Kr is eigenlijk een soort dading tot stand gekomen. De heer Grootewal zegt dat toen de zaak vastliep, door B. en W. twee deskundigen werden aangewezen. De zaak is des tijds in de Commissie Openbare Werken besproken en de eindafre kening werd opgemaakt uit de gegevens van den tijdelijk opzich ter. Spreker wil deze zaak voor nader onderzoek terugverwijzen naar de Commissie Openbare Werken, doch vraagt zich af waarom de heer Mulder niet eerder met zijne cijfers is gekomen, opdat die tijdig onderzocht konden worden. Ben nieuw onderzoek met de deskundigen zal misschien wel licht in deze kwestie brengen. De Voorzitter zegt dat tegenover de vragen van den heer Mulder misschien nog meer eischen van den aannemer gesteld kun nen worden» Wethouder van Klooster zegt geen bezwaar te hebben tegen een nader onderzoek, doch zou wel gaarne zien dat thans het crediet door den Raad werd toegekend. De Voorzitter, die de verrekening van meer en minder werk niet bij de stukken ziet, zegt dat de aannemer ook eischen had en dat een compensatie heeft plaats gehad. De heer Mulder merkt op dat in de door den heer Grootewal bedoelde vergadering der Commissie Openbare Werken eenige mede- deelingen zijn gedaan door den heer Groote en diens opzichter Schippers als toelichting op het ingediende rapport. In het rap port der deskundigen wordt ook een bedrag genoemd van ƒ.750, aan minder werk. In die vergadering is door den heer Schippers tegengesproken dat het werk in februari was opgeleverd, en werd besloten aan den aannemer slechts een voorschot te verleenen. Spreker heeft inzage gevraagd van denverrekenstaat. Deze inzage is plm. 3 weken geleden verstrekt en uit dien staat heeft Spre ker thans gemeend opmerkingen te moeten maken. Volgens Spreker is het werk nog niet opgeleverd, zoodat er gelegenheid bestaat de kortingen, door hem bedoeld, toe te passen. Spreker zegt dat hij niet voor de publieke tribune spreekt, doch dat het bij hem gaat om het belang der gemeente. De Voorzitter en Wethouder van Klooster hebben geen be zwaar dat deze zaak ter nader onderzoek wordt gerenvoyeerd naar de Commissie Openbare Werken. Wethouder van Klooster zou wenschen dat de deskundigen alsdan

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 332