24 juli 1955 170,
aankoop van steenen hooger was, omdat zij dachten dat nieuwe
steenen gebruikt werden, terwijl oude steenen zijn gebruikt.
De deskundigen komen ook op een hooger bedrag voor aankoop van
kalk en cement, hetgeen geen wonder is wanneer men ziet dat de
rioleering met blubber is aangesloten en soms in 't geheel met
is aangesloten. De post "vrachten" is een schattingspost en
moeilijk te controleeren, zoodat het niet aangaat dat de Tech
nisch Ambtenaar zegt dat de deskundigen het mis hebben gehad.
Spreker zegt voorts dat bij het onderzoek der deskundigen is
gebleken dat de gemeente in de naaste toekomst voor een groote
strop zal komen te staan ten opzichte van het onderhoud. Spre
ker zegt. voorts dat gebleken is dat hout in beton is verwerkt,
dat in het water staat. Verwacht mag worden dat in de toekomst
belangrijke bedragen voor onderhoud noodig zullen zijn. Spre
ker is persoonlijk blij dat er in de gemeente een natuurbad is,
doch Spreker betreurt het dat de gemeente op ongunstige wijze
door een en ander in opspraak is gekomen. Spreker, die nog en
kele punten naar voren wil brengen, vraagt of het juist is dat
B. en W. op 10 tiov. 19J2 aan den Raad een crediet voor stich
ting van een natuurbad hebben aangevraagd van ƒ.50.000,= zon
der overlegging van een gespecificeerde kostenberekening en
zonder teekening. Zoo ja, zijn B. en W. dan niet van meening
dat zij in de eerste plaats en de Raad in de tweede plaats de
schuld is van al die misère? De Raad heeft zich tenslotte la
ten verleiden om het door B. en V/. aangevraagde crediet toe te
staan zonder behoorlijk ingelicht te zijn.
De Voorzitter zegt dat de Raad zelf een Commissie van
voorbereiding heeft benoemd, en dat deze Commissie in samen
werking met den toenmaligen Directeur een rapport heeft uitge
bracht. Onder overlegging van dat rapport is den Raad een cre
diet gevraagd, en de Raad heeft dat zonder eenige bemerking
toegestaan.
De heer Mulder vraagt vervolgens of B. en I. na dit raads
besluit den Technisch Ambtenaar van Openbare Werken opdracht
hebben gegeven de werkzaamheden in werkverschaffing te doen
uitvoeren. Het had moeten blijken dat die opdracht niet was
uit te voeren, zoodat B. en W. in de eerste plaats, en den
Technisch Ambtenaar in de tweede plaats schuld treft. De Tech
nisch Ambtenaar had geen opdracht mogen aanvaarden, welke voor
hem niet uit te voeren was. Spreker vraagt of B. en W. ook van
meening zijn dat de groote kosten het gevolg zijn van het on
oordeelkundig uitvoeren van het werk.
De Voorzitter zegt dat B, en W. het hiermede eens zijn;
zij onderschrijven de conclusies der Oommissie, volgens welke
o.a. de overschrijdingen zijn te wijten aan de onvoldoende
voorbereiding van het toenmalig hoofd van Openbare Werken en
aan gebrek van samenwerking als gevolg van de onderlinge ver
houdingen van het personeel bij dien dienst. De werkzaamheden
werden opgedragen aan den dienst en alhoewel de Directie ver
antwoordelijk is, treft dendienst schuld.
De heer Mulder zegt dat tenslotte toch aansprakelijk zijn
de personen, die belast zijn met de uitvoering van eenig werk.
Spreker vraagt of B. en W. niet van meening zijn, dat een op
zichter in vasten dienst verplicht is deugdelijk werk uit te
voeren en geen onjuiste rapporten en stukken aan zijn chef te
verstrekken, indien blijkt dat deze persoon zijn werk niet
goed heeft uitgevoerd, is het dan niet de taak van B. en W.
om