29 Juli 1935189.
opzichter van den Provincialen Waterstaat, met verzoek het te
beoordeelen en eventueel gewenschte wijzigingen mede te deelen.
Lenige wijzigingen werden voorgesteld en in overleg met den
heer Meurs aangebracht. Dus ten opzichte van het bestek heeft
Spreker zijn plicht gedaan. Daarna heeft de aanbesteding plaats
gehadj en de firma Zanen was de laagste inschrijver. De heer
Mulder heeft zelf gezegd, dat de heer Zanen solide was. Verschil
lende inlichtingen zijn nog ingewonnen, welke inlichtingen zeer
goed waren. Ten opzichte van de mededeelingen van den heer Mul
der op 11 Oct. 19M, vraagt Spreker of hij den heer Mulder niet
in alles terwille is geweest. Ten aanzien van de kwestie "op
zichter" zegt Spreker dat de Boer tot aller tevredenheid het
toezicht heeft uitgeoefend op den aanleg van de Soesterberg- r
schestraat. Deze zaak is uitvoerig door B. en W. besproken, en
per slot van rekening werd besloten geen vreemde opzichter aan
te stellen, doch de Boer als opzichter aan te wijzen, wien op
het hart gedrukt werd dat hem hier gelegenheid werd gegeven
zich te rehabiliteeren, daar diens werkzaamheden op het Hart
veel te wenschen hadden overgelaten, terwijl de Raad steeds be
zwaren maakte tegen personeelsuitbreiding. Men kan niet ontken
nen dat defBoer hard gewerkt heeft, doch er was daar te veel
werk voor één man. Het is diens verzuim geweest, dat hij niet
tijdig gewaarschuwd heeft en geen hulp gevraagd heeft, haar b,
aanleiding van de kwestie "niet-walsen"zegt Spreker, dat te
dezer zake het oordeel is gevraagd aan den heer Mulder van den
Provincialen Waterstaat, die daaromtrent gerapporteerd heeft,
en van meening was dat walsen niet noodig was en zelfs onmoge
lijk, daar de ondergrond veel te hard was. B. en W. zijn ook
nog bij den Directeur van den Provincialen Waterstaat geweest,
en deze rapporteerde eveneens dat walsen onmogelijk was, ter
wijl voorts werd gezegd dat, als de zwarte grond, die zeer
hard was, er uit gehaald zou worden, de toestand slechter werd.
Deze zaak is dus geenszins oppervlakkig behandeld door B. en W.
De Voorzitter zegt dat men deze zaak nuchter en zakelijk
moet bekijken. Men moet zich afvragen wanneer treden B. en W. op
in een dergelijk geval. Zulks geschiedt alleen wanneer er een
conflict is tusschen de uirectie en den aannemer. Op dat oogen-
blik was er niet een zoodanig conflict. Haar aanleiding van de
destijds door den heer Mulder naar voren gebrachte opmerkingen
over de toepassing van het bestek, hebben B. en W. de Directie
hieromtrent op de hoogte gesteld. Om hen voor te lichten, heb
ben B. en W. twee deskundigen aangesteld, evenals een tijdelij-
ken opzichter uit Hilversum. Alles werd nauwkeurig nagegaan,
en B. en W. hebben toen geëischt, dat het dagboek overging aan
den heer Schippers, tijdelijk opzichter. Uit het eerste rapport
van de deskundigen blijkt dat door den heer Schippers alles is
beoordeeld, en per slot van rekening is gebleken, dat de aan
nemer van de gemeente misschien nog meer heeft te vorderen dan
de gemeente van hem wegens minder werk of fouten. Men wilde de
zaak in der minne schikken, mede om te voorkomen een langdurig
arbitrage-proces, waarvan de kosten niet zijn te voorzien. De
Commissie Openbare Werken ging er mee accoord, dat geen verdere
verrekening zou plaats hebben van meer en minder werk, daar de
aannemer ook met bijrekeningen naar voren kon komen. Alles is
in der minne geschikt tusschen Directie, aannemer, deskundigen
en de gemeente na gepleegd overleg met de Oommissie Openbare
Werken, en wanneer daarvan afgeweken wordt, verwacht Spreker
ten stelligste een proces* Haar aanleiding van het in de vorige
vergadering