29 Juli 1935 197.
behalve de af deeling, waaraan bij werkzaam is* Vianneer een amb
tenaar klachten heeft, moet hij deze tor bevoegde plaatse zeg
gen. De kwestie van het verzoek om ontslag en daarna de intrek
king van dit verzoek gevers eer, er; genaardigen indruk.
De heer Grootewaï ican zich in t geheel niet vereenigen
met de meeningen van de heeren Booder en de Mes. Het gaat hier
om een ambtenaar, die nog wel eens de allures aanneemt van een
ex-raadslid, maar uie zit:n uiterste best doet en buitengewoon
goed is voor vervulling der positie. Hij mag wel eens wat bruut
in zijn optreden zijn, hetgeen natiurlirjk af te keuren is,
doch hij verricht goed werk. Hij ontziet niemand, zelfs zijn
Chefs niet, wanneer er iets is wat niet in orde is. Het is hier
bij eenige raadsleden een persoonlijke kwestie, welke evenwel
bij den Raad niet op den voorgronc geplaatst mag worden. Het
is in het belang der gemeente dat hot crediet wordt gehandhaafd.
De positie moet volgens regelen van den Minister blijven be
staan en men mag niet het persoonlijke stellen boven het alge
meen belang.
De Voorzitter zegt eveneens dat het crediet verleend moet
worden, daar handhaving der functie in verband met de van hoo-
ger hand gegeven voorschriften is vercascht. Het crediet werd
destijds door den Raad goedgevonden, en met de tijdelijke aan
stelling zelve heeft de Raad niets te maken. Voor en Wbe
staat er dan ook geen enkele aanleiding om ontslag te verlee-
nen.
De heer Endendijk zegt dat de heeren Booder en de Mes
een anderen weg hadden moeten volgen om hun doel te bereiken.
Deze heeren willen een persoon treffen; zij hadden dan en W.
moeten interpelleeren omtrent de aanstelling van dezen persoon.
Spreker zegt voorts dat het gezegde van den heer de bies in de
Einancieele Commissie niet op zijn plaats was. Spreker heeft
deze zaak besproken in de voltallige vergadering der Commissie
Werkverschaffing. Deze Commissie wilde den heer Busch behouden
als controleur, als zijnde daarvoor het meest geschikt. De heer
Busch heeft zich op de betrokken afdeeling na de afwezigheid
van den heer Bossert met alle dingen bemoei;, Daarin ligt de
oorzaak van zijn allures om chef te zijn. Dat is hem echter
mislukt. Spreker waardeerc ten volle de functie van den heer
Busch als controleur, doch Spreker heeft gezegd dat hij hem
zal tegenwerken voor oen aanwijzing als chef dier afdeeling,
waarmede de geheele Commissie incluis de heer de Mes accoord
ging.
De heer de Bies wil er nog even op wijzen dat hij deze
zaak ook aangesneden heeft in de Commissie werkverschaffing.
De heer Gasille kan zich geheel vereenigen met het standpunt
van de heeren Booder cn de Wies. Het optreden van dezen ambte
naar heeft ook Spreker gegriefd. Voor deze f' notie heeft men
niet alleen veel menschenkennis noodig, doch ook veel tact.
De functionaris doet wel goede dingen, maar aan den anderen
kant moet men toch ook den persoon voor deze functie in aan
merking nemen. Het is een moeilijke betrekking, waaraan hooge
eischen te stellen zijn. Spreker onderschrijft het gezegde van
de heeren Booder en de Bies dat afkeuring moet worden uitge
sproken over de uitlatingen van den betrokkene. Spreker wil
B. en W. in overweging geven de aanstelling in ieder geval van
tijdelijken aard te doen zijn, daar hier niet de goede persoon
op de goede plaats is, terwijl, wanneer de Regeering andere
eischen