29 Augustus 19^5 218.
houdswerken (schilderwerk) aan gemeentegebouwen.
Met verwijzing naar het rapport van den Directeur van
Gemeentewerken dd. 19 Augustus 1935, no.1026, deelen B. en
W. mede, dat het beschikbare crediet op het meerendeel der
desbetreffende posten voldoende is om de kosten der werken
daaruit te kunnen bestrijden. Evenwel zullen zes posten
aanvulling behoeven tot de bedragen, als vermeld is in den
door den genoemden Directeur ingezonden staat. B. en W. ver
zoeken deze bedragen beschikbaar te stellen, waartoe een
besluit tot begrootingswijziging ter vaststelling wordt aan
geboden. Verder verzoeken B. en W. voor eventueel te ver
richten meerderwerk een crediet te verleenen van ƒ.63,
Aangezien het niet mogelijk is momenteel reeds na te gaan
welke posten uit laatstgenoemd bedrag aanvulling zullen be
hoeven, zullen B. en W. te zijner tijd een ontwerp-besluit
waarin deze aangelegenheid wordt verwerkt, ter goedkeuring
aanbieden
De heer Mulder, die opmerkt dat de bij de begrooting
aangebrachte bezuinigingen geen gekkenwerk zijn geweest,
zet uiteen dat een bedrag van 67,= minder noodig is dan
in de begrooting is opgenomen. Derhalve wil Spreker de cre-
dieten ongewijzigd laten.
De heer Gasille wijst er op dat in het besluit tot be
grootingswi jziging andere posten voorkomen. Er is op ver
schillende posten een overschot van in totaal ƒ.147,®. Man
heeft alleen de posten genoemd, waarop tekort is, en het
overschot is ruim voldoende om de enkele tekorten te dekken.
Het besluit tot begrootingswijziging klopt niet met de voor
dracht, zoodat Spreker verzoekt een en ander alsnog na te
gaan.
De heer Mulder zegt dat de aanneemsom ƒ.550,* bedraagt,
waarbij komt ƒ.100,* ter verrekening voor eventueel meerder
werk. Spreker wil hiervan een post voor onvoorzien opnamen
van 67,=hetgeen ruimschoots voldoende is.
De heer van den Berg vraagt waarom het werk niet aan
den laagsten inschrijver is gegund.
Wethouder van Klooster deelt mede dat de laagste in
schrijver ook zijn beklag bij hem heeft ingediend. Deze
zaak is echter door den Directeur van Gemeentewerken uitge
zocht, en gebleken is dat deze inschrijver niet voldoende
middelen had om het werk uit te voeren. Vandaar werd het
hem niet gegund.
De heer de Bies zegt dat hij ook een onderzoek naar
de gunning heeft ingesteld. De inschrijver Jaarsveld was
met zijn inschrijving in verschillende onderdeelen niet
zoo voordeelig als andere inschrijvers. De bedoeling van
Jaarsveld was om alleen het schilderwerk aan de noodwoningen
uit te voeren. Daarvoor heeft hij hoofdzakelijk ingeschre
ven.
De Voorzitter deelt hierna mede dat B. en W. de cre-
diet-aanvrage voor nader onderzoek terugnemen.
BELASTIIIGEB
Vaststelling van het primitief-kohier Btraatbelasting
1935.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit kohier vastge
steld tot een bedrag van ƒ.49.542,40, met aanteekening dat
de heer Mulder tegen is.
De