29 Augustus 1935 220. voordeeld worden, doch een ander deel der bevolking zou weer benadeeld worden. Er zou tenslotte een tekort aan op brengst ontstaat. Bovendien zouden de beter gesitueerden Soest gaan verlaten.. Hiervoor moet gewaakt worden. Spreker gelooft echter niet dat plaatsing in de derde klasse zou worden goedgekeurd. Spreker meent dat voor 1936 eerst be zuinigd moet worden, en dat belastingverhooging moet worden voorkomen. Spreker zou de gemeente willen plaatsen in de 5e klasse met een hooger aantal opcenten of in de 4e klasse met 200 opcenten. Men moet, volgens Spreker, wel voorkomen dat de gemeente telaat een noodlijdende gemeente wordt, want wanneer het Rijk niets meer heeft, zit de gemeente met den strop. De Voorzitter merkt op dat deze aangelegenheid eigen lijk bekeken dient te worden in het licht der begrooting. Het is een onjuist moment om deze zaak nu te behandelen, doch volgens de Wet moet vóór 1 September een beslissing zijn genomen. De heer Hooder vraagt of het oordeel van hoogere auto riteiten omtrent de vaststelling der klasse bekend is. De Voorzitter zegt dat indeeling in de 3e of klasse geen kans van slagen zal hebben. De gemeente de Bilt is bij de gratie Gods in de 4e klasse ingedeeld. Men dient zeer voorzichtig te zijn met het nemen van een besluit in ver band met de consequenties, welke daaruit kunnen voortvloeien. Indeeling van de 6e klasse naar de 5e klasse is te probee- ren. De heer Mulder wil de gemeente in een lagere klasse in- deelen, aangezien de menschen met lagere huurwaarden ont last dienen te worden. De Voorzitter zegt dat andere categorieën daarentegen weer hooger zouden worden belast. De heer Nooder acht het de meest rationeele oplossing indien de gemeente in de 3e klasse wordt ingedeeld en dat dan de opcenten zoo hoog mogelijk worden opgevoerd. De min der gesitueerden dienen ontlast te worden. Voorts moet niet uit het oog worden verloren, dat er voor 1935 op de gemeen tefondsbelasting nog 2C opcenten bijkomen. De heer Grootewal, die een berekening heeft opgemaakt, is van oordeel dat het gewenscht is de 4e klasse aan te ne men met 200 opcenten. De gemeente zit dan aan de nok, het geen voordeelen geeft. Bovendien kan men dan niet tot ver dere verhooging van belasting overgaan, zoodat men dan nood gedwongen zal moeten bezuinigen. De Voorzitter zegt dat plaatsing in de 4e klasse nim mer zal worden goedgekeurd. De heer Mulder wijst er op dat B. en W. zelf in hun voorstel zeggen dat de gemeente minstens in de 5e klasse thuis behoort. Zij erkennen dus dat de gemeente in een an dere klasse behoort te worden ingedeeld. Waar Zeist in de Je klasse zit, Amersfoort in de 3e, Baarn in de 3e en de Bilt in de 4e, vraagt Spreker zich af waarom Soest nu juist in een hoogere klasse moet staan. Spreker wil Soest in de 4e klasse plaatsen, waardoor men de gemeente bevoordeelt met een bedrag van ƒ.16.000,= voor 1936» Men krijgt een hooger bedrag als uitkeering uit het werkloosheidssubsidie- fonds. De

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 440