30 October 1935 260.
nadeel. In het rapport van den Directeur is voorts een bereke
ning opgezet omtrent een ophaaldienst van faeoalien, welke zeer
noodig is. Deze berekening is zuinig opgezet, daar gerekend is
op 120 deelnemers. Aangezien deze dienst in een groote behoef
te zal voorzien, is er alle kans dat die dienst zich zal be
druipen. Spreker was eerst van plan om zich uit te spreken
voor de oude wijze van ophaling, n.1. uitbesteding, daar deze
het minst kostbaar zou zijn, en er in dezen tijd op alles be
zuinigd moet worden. Doch zooals de Directeur de zaken thans
voorstelt, zal de gemeente met deze twee diensten geen schade
lijden. Spreker acht het evenwel niet gewenscht dat bepaalde
emmers worden gebezigd, waarover de Directeur rept in zijn rap
port. Men moet de ophaling voortzetten zooals thans geschiedt,
en niet beperkende bepalingen vaststellen ten aanzien van de
hoeveelheid af te geven vuil. Er moet gelegenheid zijn om ook
tuinvuil af te geven.
De heer Nooder, die ook vóór het voorstel van B. en W. is,
zegt dat men met de Volksgezondheid niet te zuinig moet zijn.
De Regeering laat helaas de keuringsdiensten ook al los. Kaar
aanleiding van de opmerking van den heer Hom zegt Spreker, dat
kosteloozeophaling niet dient te geschieden, daar dan Gedepu
teerde Staten bezwaren tegen de credietverleening zouden maken.
Dit College heeft zich destijds ook al eens tegen een reini
gingsdienst verklaard. De Directeur zegt in zijn rapport dat
een progressieve heffing van rechten bezwaren oplevert, doch
Spreker zou er toch wel op willen aandringen dat de kleinere
man minder moet betalen.
De Voorzitter merkt op dat de vaststelling van de rechten
thans niet aan de orde is. Daaromtrent zullen den Raad in een
volgende vergadering voorstellen bereiken. De kwestie der emmer
tjes is niet een bepaald voorstel van den Directeur, doch
slechts een opmerking.
De heer Endendijk acht de vaststelling van een limiet der
af te geven hoeveelheid vuilnis uit practisch oogpunt toch wel
noodig. Spreker is ook tegen die emmertjes.
Wethouder de Bruijn dankt den Raad voor de welwillende ont
vangst van dit voorstel. Spreker wijst er op dat door de aan
schaffing van een vuilniswagen de vrachtauto der gemeente weer
veel vrijkomt. Thans wordt het vervoer uitbesteed, en dit jaar
hebben de kosten daarvan ƒ.1800,» bedragen. Dit bedrag kan be
spaard worden door in de andere uren de auto te bestemmen voor
vrachtvervoer. Dit moet men ook niet uit het oog verliezen.
Spreker geeft de verzekering dat de ophaling zoo economisch
mogelijk zal worden opgezet.
De heer Hilhorst vraagt of het wel mogelijk is het paard
af te schaffen. Spreker acht het wenschelijk dat voor het be
rijden der boschwegen paard en wagen aanwezig is, aangezien
een auto daarvoor niet geschikt is.
Wethouder de Bruijn zegt dat dit paard zeer veel aan de
gemeente kost, zoodat het beter kan verdwijnen. Het zal zeer
zeker niet storend werken wanneer geen paard aanwezig is. De
wagens worden niet verkooht en voor het geval de gemeente eens
een paard noodig mooht hebben, dan kan men dit veel beter hu
ren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van
B. en W. aangenomen en het desbetreffend besluit tot begxoo-
tingswijziging vastgesteld.
194. NATUURBAD