16 December 1935 316. normen in overleg met den Burgemeester zijn vastgesteld en dat de betrokkenen als overgangsmaatregel tijdelijk gesteund wor den door Maatschappelijk Hulpbetoon.Laatstbedoelde instelling heeft dus gehandeld ingevolge opdracht van hoogerhand. Spreker is er ook voor om den wachttijd korter te maken. Wethouder Gapille zegt nog eens dat hetgeen door Maatschap pelijk hulpbetoon gedaan is, in strijd met de Armenwet is en dat het niet aangaat om Maatschappelijk Hulpbetoon te belasten met iets wat het niet mag doen. Spreker is ook voor een soepele toepassing ten aanzien van de Steunregeling, en deze zaak is in de Wexkverschaffimgscommissie reeds besproken. Men krijgt niets terug van het Rijk van datgene, waarmede Maatschappelijk Hulpbetoon wordt belast. De heer de Mes wijst er op dat men nu met de moeilijkhe den zit. Als de Raad voor twee Jaren geleden een ander stand punt had ingenomen, dan had men niet met de misère van thans gezeten. Men moet zich echter niet blind staren op hetgeen ge beurd is, doch geheel handelen als andere gemeenten doen. Alle wexklooze valide arbeiders dienen zonder het stellen van be paalde normen in aanmerking gebracht te worden voor de werkver schaffing of steunregeling. De wachttijden, zooals die thans geregeld zijn, zijn veel te lang. Spreker zou een aantal wacht- dagen willen aanhouden, gelijk het aantal weken, dat de betrok kene gewerkt heeft. De Voorzitter zegt nog steeds van oordeel te blijven, dat het subsidie-bedrag van Maatschappelijk Hulpbetoon wel met 10 kan worden verminderd. Er zal scherp op worden toegezien dat de uitgaven volgens de Armenwet worden gedaan. De valide arbei ders moeten in de werkverschaffing of in de steunregeling komen terwijl ze een wachttijd zullen moeten doormaken, zooals door den Minister voorgeschreven is. Verwacht wordt, dat de Minis ter ten aanzien van de subsidieverleening nog een uitzondering zal maken voorzoover betreft de uitgaven, welke door Maatschapp lijk Hulpbetoon zijn gedaan ten tijde dat er geen steunregeling was. De normen zijn besproken in de Werkverschaffingscommissie en deze zullen soepel toegepast worden. Deze soepele toepassing geschiedt nu. De heer Stroband is van meening dat Maatschappelijk Hulp betoon steun heeft verleend in strijd met de oorspronkelijke regeling. Hierna wordt tot de artikelsgewiJze behandeling overgegaan Bij art.11 zegt de heer Thijssen, dat een bedrag van ƒ.6.000,= is uitgetrokken als bijdragen in ondersteuningen aan kerkelijke armlastigen. Een toelibhting bij dit artikel ont breekt; alleen is bij nader schrijven van B.en W. dd. 22 Lov. J.l. no.4040 een specificatie gegeven omtrent dit bedrag. Aan gezien een verdere toelichting niet aanwezig is, zal Spreker gaarne een nadere motiveering vernemen omtrent de hierbedoelde bijdragen aan kerkelijke instellingen. De Voorzitter zegt dat men niet zoo krampachtig moet vast houden aan die onderverdeeling. Deze moet men overlaten aan Maatschappelijk Hulpbetoon en den betrokken Wethouder. De cij fers dezer onderverdeeling moet men als begrootingsciJfers be schouwen, en niet als vaststaande bedragen. De heer Thijssen vraagt of deze bijdragen door het gemeen tebestuur of door Maatschappelijk Hulpbetoon ineens of in ge deelten worden verstrekt. Haar Sprekers oordeel moet bij uit-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 634