16 December 1935 325
wordt vastgesteld in verhouding tot het aantal weken, dat de
betrokkene heeft gewerkt. Spreker, die de voorkeur aan de laat
ste regeling geeft, dringt er voorts op aan dat het bedrag ad
/.1800,= voor den controleerend ambtenaar wordt geschrapt en
dat met die functie na de reorganisatie iemand van afdeeling
II wordt belast. Spreker zegt dat men thans met de afdeeling
Steunverleening vastzit zoodat een andere oplossing tot stand
moet komen. De adviezen, welke van die zijde zijn gegeven, zijn
falikant uitgekomen. Bovendien is hier een bezuiniging te ver
krijgen van ƒ.1800,Spreker herhaalt nog eens zijn voorstel
len met betrekking tot de normen en steunverleening, en voorts
om het bedrag van ƒ.1800,= af te voeren, hetgeen mogelijk is
door een der ambtenaren van de secretarie met die functie te
belasten.
De Voorzitter wijst er op dat er krachtens ministerieel
voorschrift een controleerend ambtenaar moet zijn, en dat een
secretarie-ambtenaar voor die betrekking niet beschikbaar is.
Wat het voorstel van den heer Nooder inzake de normen betreft,
merkt Spreker op dat B.en V., als zijnde het orgaan volgens de
Steunregeling, te dezer zake moeten beslissen. Het verwondert
Spreker dat door den heer Booder de door B.en W. toegezegde
soepele toepassing in twijfel wordt getrokken. Spreker geeft
de verzekering dat die toepassing zeer soepel is.
De heer Endendijk meent dat de gang van zaken zeer werd
gewaardeerd in den Haag en door den Rijksinspecteur der Werk
verschaffing te Veenendaal.
Wethouder Gasille deelt mede dat de controleur eigenlijk
op 1 Juli j.1. tijdelijk ambtenaar is geworden. Deze aanstel
ling wordt nu met ingang van 1 Januari a.s. ingetrokken, en dan
zal de controleur op arbeidscontract worden aangenomen, waaruit
blijkt, dat de functie van tijdelijken aard zal zijn. Het sa
laris zal tot ƒ.1500,= worden teruggebracht. Wanneer de buiten
gewone omstandigheden voorbij zijn, dan kan de arbeidsovereen
komst met den controleur opgezegd worden.
De heer de Nies deelt mede dat de Wethouder wel de noodi-
ge soepelheid heeft toegezegd, doch het is de vraag of de Wet
houder daarin wel steun zal hebben van het geheele college. De
in deze gemeente aangenomen normen komen in geen enkele andere
gemeente voor. Naar Sprekers meening kunnen deze normen wel
vervallen, ook al omdat dan een onbillijk idee wordt weggenomen.
Spreker wijst er nog op dat de menschen, wanneer ze werk heb
ben, niet kunnen sparen, zoodat een betere regeling noodzake
lijk is.
De Voorzitter deelt nogmaals mede, dat het hier een in
terne aangelegenheid is, waaromtrent het orgaan, bijgestaan
door de betrokken Raadscommissie, moet beslissen.
De heer de Nies meent dat de Raad moet beslissen, daar de
normen ook door den Raad vastgesteld zijn.
De Voorzitter zegt dat die normen niet door den Raad, doch
door het orgaan vastgesteld zijn.
De heer Thijssen merkt op dat in de 1e afdeeling over de
handhaving van den huldigen controleur is gestemd. Met 6 tegen
2 stemmen was men van oordeel, dat het in het belang der ge
meente is dat de tegenwoordige controleur niet langer wordt
gehandhaafd. Spreker is van oordeel, dat hier in den verkie
zingstijd hoogtij heeft gevierd de dorpspolitiek. De contro
leur heeft eerst ontslag gevraagd en later die aanvrage inge
trokken