>29
Baadhuize. Aan wie komen de vergoedingen, welke van de volon
tairs genoten worden, ten goede?
De Voorzitter zegt dat deze de gemeente niet ten goede ko
men.
De heer Nooder vindt dezen toestand ongezond.
De Voorzitter zegt dat in andere gemeenten de toestand
hetzelfde is.
De heer hooder vraagt of het niet op den weg van B.en w.
ligt daarin verandering te brengen, zoodat te dezer zake op de
begrooting een ontvangst-post wordt ingesteld. V/illen B.en W.
deze zaak in nadere overweging nemen, vraagt Spreker.
De Voorzitter doet deze toezegging.
Hoofdstuk UI.
De heer Dooder spreekt zijn misnoegen uit over de manier,
waarop wordt voorzien in de verschillende benoodigdheden voor
den brancard te Soesterherg. Van de zijde van B.en W. wordt te
genkanting ondervonden bij de aanschaffing der benoodigdheden.
Spreker dringt er op aan dat de noodige dingen worden verstrekt.
De Voorzitter zegt toe dat daarvoor zal worden zorggedragen.
Volgno.49. üitkeering van de stichting tot beheer van het Soester
natuurbad wegens rente over de door de gemeente gedane kapitaals
uitgaven voor de kosten van stichting enz, van het natuurbad.
De heer Thijssen merkt op dat deze rente weer is voortge-
vloeid uit een kasgeldleening. Spreker is tegen het aangaan van
kasgeldleeningenDe zuinigheid moet betracht worden. Br moeten
zoo weinig mogelijk kasgeldleeningen worden aangegaan. Voor el
ke daarvoor in aanmerking komende uitgaaf moet een vaste leening
worden aangegaan.
De Voorzitter zegt dat met deze opmerking rekening zal wor
den gehouden.
De oost wordt vastgesteld.
Volgno.3o. Keur- en slachtloonen.
De heer liooder vraagt of de onlangs door den Eaad vastge
stelde verordening tot heffing van keurloonen reeds goedgekeurd
is. In een ontkennend geval zal de raming voor keurloonen van
ingevoerd vleesch (75000 K.G. a 4 cent) niet juist zijn.
De Voorzitter zegt dat, alhoewel de vei ordening nog niet
koninklijk goedgekeurd is, de raming toch wel kan worden aange
houden.
Volgno.52. Bente en aflossing van voorschotten, verleend in het
belang van de "verbetering der volkshuisvesting.
De heer Thijssen vraagt of de woningbouwvereenigingen wel
de kracht bezitten om de verschillende bedragen te voldoen.
Voorts vraagt Spreker hoe het staat met het rapport inzake de
woningbouwaangelegenheden, daar de oude Eaad hier toch al lang
mee bezig is geweest. Het is geen taak voor de Binancieele Com
missie om deze zaak te onderzoeken, daar deze Commissie de ver
schillende cijfers niet kan aanvaarden. De ondergrond dezer
aangelegenheden behoort te worden onderzocht en B.en W. zullen
eerlang een rapport moeten uitbrengen.
De Voorzitter zegt dat deze zaak aanhangig is bij de Bi-
nancieele Commissie, bijgestaan door den heer Hornsveld. het
betreft hier een financieele aangelegenheid. Alle rapporten
liggen ter inzage voor de leden der Commissie.
De heer Thijssen wil weten waaraan de dubbeltjes bij de
vereenigingen verknoeid zijn.
De Voorzitter zegt dat alle correspondentie aanwezig is.
De