17 December 1935-
De heer Zijlstra vraagt of verlaging van dezen post moge
lijk is tot 20.000,=.
De Voorzitter zegt dat verlaging van dezen post van geen
belang is, aangezien tegenover dezen post een ontvangst-post
tot een gelijk bedrag staat.
Wethouder Gasille deelt nog mede dat op dezen post vroe
ger een bedrag van 100.000,= was uitgetrokken. Dit bedrag
werd later verlaagd tot 50.000,= en daarna tot 40.000,=.
Een bedrag van 25*000,= is billijk te noemen.
De post wordt vastgesteld.
Hoofdstuk VI.
De heer riilhorst verzoekt den Wethouder aandacht te be
steden aan de gladde wegen. Het zandstrooien is thans gewenscht
Yi/ethouder de Bruijn zegt dat hieraan de noodige aandacht
wordt besteed. Het strooien van zand op den Eijksweg is echter
een kwestie van het Rijk, waarover de gemeente niets te zeggen
heeft
De heer Nooder vestigt de aandacht op den slechten toestand
van den Groote Melmweg. Verbetering is alleszins noodzakelijk.
Wethouder de Bruijn wijst er op dat de Groote Melmweg par
ticulier eigendom is.
Hoofdstuk VIII» Onderwijs.
De heer Nooder vestigt er de aandacht op dat de verschil
lende gymnastiekvereenigingen aan de gemeente huur moeten be
talen voor de gymnastieklokalen. Aangezien de schoolkinderen
gebruik maken van de toestellen der vereenigingen, werd steeds
aan de vereenigingen een tegemoetkoming in de huur verleend,
welke tegemoetkomingen thans in de begrooting zijn geschrapt,
hetgeen Spreker zeer onbillijk vindt.
De Voorzitter zegt dat bij onderzoek gebleken is, dat de
kinderen geen gebruik maken van deze toestellen. Spreker wil
deze zaak echter nog wel eens nader onderzoeken.
Wethouder Gasille verklaart zich tegen toekenning dezer
vergoedingen.
De heer Endendijk wijst op de consequentiesBij toeken
ning dezer vergoedingen ten behoeve van het openbaar onderwijs,
zullen de bijzondere scholen hiervan ook profiteeren.
Volgno.139» Uitkeering van het Rijk wegens 20 1° der hoofdsom
der personeele belasting naar den len, 2en, en 5en grondslag.
Bij dezen post deelt de Voorzitter mede, dat de Raad op
29 Augustus j.1. besloten heeft de café's en koffiehuizen voor
de heffing der personeele belasting te belasten voor 1/3 ge
deelte. B.en W. stelden naar aanleiding van een opmerking van
Gedeputeerde Staten voor dit besluit in te trekken, en de huur
waarde dezer perceelen voor 2/3 "te belasten, welk voorstel
echter niet werd aangenomen in verband met de verwerping van
het voorstel van B.en W. tot heffing van 75 opcenten op de
hoofdsom der gemeentefondsbelasting. Hu in de raadsvergadering
van 20 Nov.j.1. besloten is tot heffing met ingang van 1 Mei
1935 van 75 opcenten op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting,
welk aantal opcenten ook in de begrooting voor 1936 is geraamd,
stellen B.en W. andermaal voor over te gaan tot intreKking van
het besluit van 29 Augustus j.1. en in de plaats daarvan te
besluiten om de huurwaarde der genoemde perceelen te belasten
voor 2/3 gedeelte.
Nadat de heer Thijssen heeft opgemerkt, dat de Raad nu
geen ander besluit meer kan nemen, wordt het voorstel van B.en
W