28 Januari 1955 34.
ue heer Endendijk zegt dat de Raad de door B. en W. voorge
stelde indeeling en blQc heeft ontvangen. Er zijn twee nieuwe
onbillijkheden, waarmede Spreker zich niet kan vereenigen. Dit
heeft hij reeds in den beginne bij de algemeene beschouwingen ge
zegd.
De Voorzitter zegt dat de indeeling van de ambtenaren met de
vertegenwoordigers der Bonden is besproken. Deze gingen accoord
met de indeeling. Spreker wil de vaste aanstelling van het tijde
lijk personeel laten beoordeelen door den Directeur. Men moet dus
thans niet tot vaste aanstellingen overgaan. In afwachting van
den Directeur kan deze post nu wel ongewijzigd vastgesteld worden
De heer Endendijk kan zich met het voorstel om met de vaste
aanstellingen te wachten totdat de Directeur zijn oordeel heeft
uitgesproken vereenigen, doch hij handhaaft zijn voorstel om
Qerritse in te deelen in den rang van adjunct-commies.
De heer de Nies zegt dat het hem genoegen doet dat deze zaak
nu naar voren komt. Het kan toch nimmer de bedoeling zijn dat
nieuwe onbillijkheden in het leven worden geroepen. De^heer Ger-
ritse is bij deze indeeling in het gedrang gekomen. Vóórdat Ger-
ritse zijn functie aanvaardde, zijn er twee andere functionaris-
sen geweest; de eerste had een salaris van 3000,= en de tweede
van 2200,=, terwijl de tegenwoordige functionaris een veel te
laag salaris heeft. Het salaris moet op een behoorlijk peil staan
hetgeen kan geschieden door hem een andere functie te geven. Het
salaris moet in overeenstemming met zijn werkzaamheden zijn.Spre
ker dringt er voorts op aan om G.Haage als hulpopzichter in loon-
groep 5 te plaatsen. Deze man is belast met een groot gedeelte
van de algemeene leiding.
De heer van Duren komt inmiddels ter vergadering.
De Voorzitter wijst erop dat loongroep 5 niet in de salaris
regeling bestaat, zoodat plaatsing daarin niet mogelijk is.
De heer de Nies acht het voorts onbillijk dat de tuinman
van den Broek teruggebracht is van groep 4 naar groep De man
moet in den tegenwoordigen tijd 60 a 70 man naloopen. Met een
salariskorting van 17$> voor Kraaijenbrink kan Spreker zich even
min vereenigen.
De Voorzitter zegt dat B. en W. geen voorstel hebben gedaan
tot verlaging van de vergoeding, toe te kennen aan Kraaijnnbyink
voor het geven van adviezen inzake beplantingen. Alleen xsWen
der afdeelingen een voorstel tot verlaging dier vergoeding gedaan
De heer de Nies zegt ten slotte dat hij tot zijn groot ge
noegen heeft gezien dat B. en W. het voorstel doen om den heer
van Heijst een vaste aanstelling te geven. Aan deze zaak is zeer
veel vooraf gegaan, en Spreker kan zeggen dat den heer van Heijst
steeds een groot onrecht is aangedaan. Het zwaard heeft 2 jaren
boven diens hoofd gehangen Spreker zou het zeer onbillijk vin
den, indien van Heijst nu niet in vasten dienst werd benoemd,
daar men nimmer fouten bij hem heeft kunnen aanwijzen. Spreker
stelt dus voor om den heer van Heijst nu in vasten dienst te be
noemen.
Wethouder van Klooster weet dat de heer de Nies met hem eens
gezind over den heer van Heijst denkt. Spreker geeft den heer
de Nies in ernstige overweging deze zaak nu te laten rusten tot
dat de nieuwe Directeur er is, en deze zal de betrokkene zeer
zeker op de rechte plaats zetten.