2 3 December 1940 - 96* ling geworden zijn. De heer van den Essenburg gaat in positie en in salaris vrij belangrijk vooruit, n«l. f,200,terwijl de positie van den heer ter Voorde ook verbetering ondergaat. De heer van den Essenburg heeft bovendien door zijn bevordering het perspectief, dat hij een belangrijk hooger salaris zal verkrijgen. Het is toch ongebruikelijk om/bevordering nog meerdere perio- dieke verhoogingen toe te kennen dan thans geschiedt* Er zijn geen onbillijk heden begaan, /.bij De heer Hooder constateert dat de heer Voerman op hetzelfde salaris, hetwelk hij als officier genoot, in dienst der gemeente moest worden genomen. Dq heer Voerman komt dus in een gunstiger positie te staan dan de heer van den Essenburg, die ook in militairen dienst is geweest en een hooger salaris genoot. Voorts moet niet uit het oog worden verloren, dat de heer van den Essenburg een zeer verantwoordelijke taak heeft wanneer zijn chef afwezig is. Men dient hem dan ook een behoorlijk salaris toe te kennen. Hierbij komt nog, dat verschillende agenten een salaris genieten, hetwelk bijna gelijk is aan dat van hun chef. De menschen moeten behoorlijk gesalarieerd worden; doet men zulks niet, dan zijn daaraan bezwaren verbonden. Spreker stelt voor de dienst jaren van den heer van den Essenburg en van den heer ter Voorde ook te doen medetellen bij de vaststelling van hun salaris. De heer van den Brandeiex ondersteunt dit voorstel. Spreker merkt op, dat de heer Voerman het politie-diploma met aanteekening heeft, terwijl de heer van den Essenburg in het bezit is van het inspecteursdiploma. Het is on juist, dat de heer van den Essenburg in 1941 minder zal ontvangen dan de heer Voerman, De Voorzitter merkt nog op, dat de heer van den Essenburg bevorderd zal worden tot Inspecteur, terwijl de heer Voerman adjunct-inspecteur is. In het leger is het geen ongewone figuur, dat een adjudant-onderofficier meer ver dient dan een jong tweede luitenant» De heer Beekman vestigt er nog de aandacht op, dat de heer van den Essen' burg 32 jaren oud is met meerdere dienstjaren, terwijl de heer Voerman slecht 25 j^ren oud is met geen enkel dienstjaar in gemeentedienst. Het is dus on billijk, dat laatstgenoemde meer ontvangt dan eerstgenoemde, Wethouder Gasille wijst op de consequenties, wlke uit de aanneming van het voorstel van den heer Hoeder zouden voortvloeien, Wanneer men de hierbe- doelde regeling gaat wijzigen, zullen n.1, dezelfde regelen getroffen moeten worden voor de adjunct-commiezen ter Secretarie, die in eenzelfde geval ver- keeren, aangezien anders de onderlinge verhoudingen verstoord zouden worden. Het voorstel van den heer Nooder, gesteund door den heer van den Brande- ler, om bij de vaststelling van het salaris van de heeren van den Essenburg en ter Voorde de in gemeentedienst doorgebrachte dienstjaren voor de vaststel ling van hun salaris in den nieuwen rang te doen medetellen, wordt hierna in stemming gebracht en verworpen met 8 tegen 6 stemmen. Voor het voorstel stera den Mevrouw Bandweer-de Visser en de heeren Dorresteijn, van den Brandeler, Beekman, Hqoder en de Haan. De post wordt hierna vastgesteld, Volgno.555. Onderhoud van brandblusch- en reddingsmiddelen. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden vastgesteld de ontwerp-besluiten, waarbij de vergoeding voor werkzaamheden, verbonden aan het onderhoud van het brandweerraaterieel voor de Vrijwillige Brandweer te Soest wordt bepaald op f.900,en voor de Vrijwillige Brandweer te Soes- terberg op f,250, Volgno.381. Kosten van maatregelen tot bescherming der bevolking tegen lucht aanvallen. De heer van den Brandeler deelt mede dat hij gaarne zou zien, dat het salaris van den administrateur bij den Luchtbeschermingsdienst wordt verhoogd van

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 732