20 April 1936 63.
De heer van de Ven, die geen debacle wil uitlokken, zegt dat misschien
later nog wel eens te bereiken is, waarover thans gesproken wordt. Spreker,
die zich nu bij het voorstel van B.en W. zal neerleggen, dringt er vooral
op aan, dat een deskundig paedagoog tot hoofd der o.l,school wordt benoemd.
De Voorzitter wijst er op dat het materiaal niet gelijk te stellen is
met dat wat te Baarn is. Wellicht heeft men te Baarn een toestand, welke een
unicum is.
De heer Endendijk zegt dat de bedoelde school in Baarn een goeden naam
heeft, ken heeft daar een toestand, welke zeer sporadisch is. Spreker wijst
er op dat het in het belang van het onderwijs is, wanneer het hoofd zich ge
heel kan geven aan zijn school. In dit verband vestigt Spreker er de aandacht
op, dat het hoofd der Chr. U,L.0»school zich geheel aan het onderwijs geeft,
waaraan hij een taak heeft.
De Voorzitter merkt nog op dat het hoofd der R.K. U.L.O.school, lid der
Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs, ook absoluut tegen combinatie
is.
De heer de Nies vindt het jammer, dat de heer Thijssen gezegd heeft dat
het hoofd der U.L.0.school geen licht is, daar het Spreker bekend is, dat
bedoeld hoofd voldoende capaciteiten heeft. Spreker verzoekt den heer Thijs
sen deze woorden, die voor den betrokkene krenkend zijn, te herroepen.
De heer Thijssen zegt dat hij die meening had gedistelleerd uit de pa
pieren, daar hij ze anders niet naar voren gebracht zou hebben. Spreker
heeft den betrokkene absoluut niet willen benadeelen, en wanneer men dat uit
zijn woorden heeft opgemaakt, dan wil hij die woorden hierbij gaarne terug
nemen.
Het voorstel van B.en W. wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aan
genomen,
82. BOUWPOLITIE. (le Af4. No.4389).
Op verzoek van eenige raadsleden wordt vervolgens aan de orde gesteld
het adres van J.J.van Schadewijk en G.v.d.Berg, verzoekende ontheffing van
art.15 der Bouwverordening voor den bouw van 4 winkelhuizen onder één kap,
op een terrein gelegen aan de Steenhofstraat, hoek Raadhuisstraat (zie let
ter p. ingekomen stukken).
Wethouder de Bruijn deelt mede, dat er geen bezwaren zijn tegen het
verleenen der gevraagde ontheffing. Wanneer de ontheffing niet verleend wordt,
zullen ter plaatse een dubbel en een enkel huis komen, hetgeen de omgeving
minder fraai zal maken dan 4 huizen onder één kap. Spreker stelt echter voor
de ontheffing te verleenen onder de gebruikelijke voorwaarde van grondafstand
voor verbreeding van den weg, en trottoiraanleg voor eigen rekening, zulks
op aanwijzing en ten genoege van het gemeentebestuur.
De heer Thijssen zegt geen stukken en geen teekening te hebben gezien.
Wethouder de Bruijn zegt dat het hier een ontheffingsaanvrage is en
dat het bouwplan eerst later bij B.en W, aan de orde komt.
De heer de Nies is voor het verleenen der ontheffing onder de door V/et-
houder de Bruijn voorgestelde voorwaarden. Spreker zou ook dergelijke voor
waarden willen verbinden aan vergunningen tot het bouwen van particuliere
woningen aan den Rijksweg. Men zou dan geen toestanden krijgen, zooals tihans
vo'<5r de perceelen van het makelaarskantoor Holland-Indië het geval is.
Wethouder de Bruijn, die hieraan zijn aandacht zal schenken, betwijfelt
of zulks wel mogelijk is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna de gevraagde ontheffing ver
leend onder de door Wethouder de Bruijn voorgestelde voorwaarden.
83. RONDVRAAG.
De heer Hilhorst vraagt waarom alle ingekomen bouwaanvragen niet telkens
door de Schoonheidscommissie, die eens in de 14 dagen zitting houdt, worden
afgedaan. Het gebeurt thans meermalen, dat de bouwers met hunne bouwaanvragen
moeten wachten tot een volgende vergadering der Commissie, hetgeen stagnatie
in