4 Juni 1956 71. men en het desbetreffend besluit tot begrootingswijziging (no.21/484) vastge steld. 91. PERSONEEL(4e Afd. no.1086 en 21/462). Voorstel tot intrekking van het raadsbesluit van 29 Januari 1936 tot toe kenning van een toeslag van 20 ja op het aan B.Karelse, voorheen agent van poli tie te Soest, verleend pensioen. B, en W. deelen bij schrijven dd. 7 Mei 1936, no.1086 mede, dat Gedeputeer de Staten bezwaar hebben gemaakt tegen het besluit tot begrootingswijziging, waarin is uitgetrokken de toeslag van 20 ja op het aan B.Karelse verleend pen sioen. Gedeputeerde Staten zijn met B.en van meening, dat een gemeente, wel ke haar begrooting niet zonder een extra-bijdrage uit het werkloosheidssubsi- diefonds sluitend kan maken, niet moet terugkomen op het reeds eerder genomen besluit om den toeslag op pensioenen van oud-gemeente-ambtenaren te doen af- loopen. Voldoende aan het verzoek van Gedeputeerde Staten, stellen B. en W. voor over te gaan tot intrekking van het raadsbesluit van 29 Januari 1936, 4e afdeeling no.21/462 tot wijziging der gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1936. De heer Nooder, die zich niet kan losmaken van den toestand, welke des tijds bij de politie geschapen is, zegt dat de manier, waarop aan Karelse uit den dienst ontslag is verleend, niet de sympathie van den Raad wegdroeg. Juist daarom is Spreker vd(5r handhaving van den 20 ja toeslag, zoodat de betrokkene dan nog eenige compensatie heeft. De heer Endendijk gaat geheel accoord met het inzicht van den heer Nooder, doch nu Gedeputeerde Staten een uitspraak hebben gedaan om den toeslag niet goed te keuren, acht Spreker het een dwaasheid van den Raad om zich tegen het standpunt van Gedeputeerde Staten te verzetten. Spreker moet tegen zijn zin stemmen voor het voorstel van B.en W, tot intrekking van dezen toeslag. De heer Nooder verzoekt een toelichting omtrent het ontslag van Karelse, De Voorzitter zegt deze zaak niet te kunnen memoreeren, aangezien deze niet behoort tot den Raad, doch tot den Burgemeester. Toen de betrokkene des tijds afvloeide, heeft de Raad de toekenning van den toeslag aanvaard. Spre ker, die op de ontslag-aanvrage van Karelse niet terug kan komen, zal zich zoonoodig wel verantwoorden voor hoogere autoriteiten ten opzichte van hetgeen heeft plaats gehad. De heer Nooder stelt voor te besluiten tot handhaving van den toegekenden toeslag van 20 jo. Dit voorstel wordt in stemming gebracht en verworpen met 9 tegen 5 stem men. Vóór stemden de heeren van Breukelen, Nooder, de Nies, Thijssen en Hom. Hiermede is het voorstel van B.en Yf, zonder hoofdelijke stemming aanvaard. 92. BELASTINGEN. (4e Afd. no.4398/4416 Voorstel tot wijziging der straat- en aanlegbelastingverordening. Het komt B.en W.op het voetspoor van hetgeen ook reeds in andere gemeen ten onder Koninklijke goedkeuring is geschied, gewenscht voor in de verorde ning op de heffing der straatbelasting in deze gemeente een bepaling op te ne men van den volgenden inhoud: "Bij eigendomsoverdracht van gebouwde eigendom men en daarbij behoorende erven zijn de nieuwe verkrijgers aansprakelijk voor de straatbelasting van het loopende en het vorige jaar, wegens die eigendommen verschuldigd, en kunnen zij tot de aanzuivering daarvan, evenals de schulde naar zelf, rechtstreeks en in hun eigen goederen worden aangesproken". Een be paling van gelijke strekking ten aanzien der rijksgrondbelasting komt voor in art.5 der Wet van 22 Mei 1845 (Stbl.no.22) op de invordering van 's rijks di recte belastingen. De doelstelling dezer bepaling is de invordering der be lasting in meerdere mate te verzekeren. Bij gebreke der vorenomschreven bepa ling in de heffingsverordening van een straatbelasting in deze gemeente moes ten bij verkoop van perceelen tegen een lagere opbrengst dan de daarop rusten de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1936 | | pagina 142