4 Juni 1936 76.
door B.en W» voorgestelde regeling is zuiver, en de Raad dient met B.en W. me
de te werken Bij de toepassing van elke redelijk te achten bezuiniging.
De heer de Kies is van oordeel, dat B.en meer rekening moeten houden
met de wenschen van den Raad, De Raad heeft in dit opzicht al een besluit ge
nomen, waarbij B.en W« zich dienen neer te leggen. Wanneer men niet op de ad
viezen van het Georganiseerd Overleg let, zou het Georganiseerd Overleg een
aanfluiting worden. Spreker adviseert mee te gaan met het advies van het Geor
ganiseerd Overleg. Spreker, die niet bang geworden is voor het door den heer
Gasille genoemde cijfer, zegt dat men de pensioensgrondslagen niet moet bekor
ten, want in eerste instantie betalen de betrokkenen toch zelf de pensioensbij
drage. Spreker vindt het standpunt van het Georganiseerd Overleg het meest
juiste
De heer Stroband vestigt er ook de aandacht op dat de salarisregeling op
17 Dec.1935 van alle kanten is bekeken. In de salarieering moet een lijn zit
ten, en wanneer die nu na ernstige overweging vastgesteld is, moet men daarop
niet terugkomen en die lijn niet verstoren. Wethouder Gasille heeft in de ver
gadering van 17 Dec.1935 zijne bezwaren naar voren gebracht, en Spreker stond
toen aan diens zijde, doch waar de Raad nu een uitspraak heeft gedaan, ligt
het niet in de lijn om nu weer met andere voorstellen voor den dag te komen.
Bovendien laat het den Minister onverschillig welke regeling getroffen wordt
met betrekking tot den kindertoeslag.
De heer Endendijk onderschrijft het gezegde van den heer Strohand, Spre
ker acht het billijk, dat in de salarisnormen een bedrag van f.100,is opge
nomen, en wel voor een normale ge zins sterkte van man, vrouw en twee kinderen;
de kindertoeslag dient dan te beginnen vanaf het derde kind. De gemeente dient
behoorlijke salarissen te geven, en Spreker vindt het niet juist, dat de sala
rissen zoodanig geregeld zijn, dat een ambtenaar reeds bij het eerste kind zijn
hand ophoudt voor kindertoeslag. Alsdan zou blijken dat het salaris te laag is.
Spreker acht het standpunt van Wethouder Gasille, die den ongehuwden-aftrek ook
wil laten vervallen, niet juist. De door den heer Gasille aanbevolen bezuini
ging wordt dan immers weer teniet gedaan. De bezuiniging, welke B.en W, beoo
gen, acht Spreker niet groot, en het is van groot belang, dat de pensioens
grondslagen niet worden aangetast, daar de pensioensbijdrage hoofdzakelijk door
belanghebbenden wordt betaald. Voorts meent Spreker, dat de gemeente zich niet
moet aanpassen aan de salarissen, welke door de misère in het particuliere be
drijf worden betaald. Er moet een behoorlijk tractement aan de ambtenaren gege
ven worden, en men moet niet onnoodige verlagingen toepassen op de tractemen-
ten van het gemeentepersoneelEr moeten normen zijn, en Spreker wil die aan
vaarden overeenkomstig het met algemeens stemmen aangenomen advies van het Ge
organiseerd Overleg, Het spijt Spreker dat B.en W. nu weer een afwijkend voor
stel doen.
De heer Hom wijst er op, dat hij verlaging der normen, de pensioensgrond
slagen ook naar beneden zullen gaan.De organisaties verzetten zich daartegen.
Zulks is alleszins begrijpelijk. Spreker zegt voorts, dat de pensioenpremies
voor het grootste deel door de betrokkenen mooten worden betaald. De Wethouder
moet de steunnormen niet vergelijken met de salarissen, preker is tegen het
voorstel van B.en W.
De heer Thijssen markt op dat Wethouder Gasille heeft gezegd dat 1-g- ton
aan salarissen wordt uitbetaald. Dit is echter niet alleen voor het secreta-
riepersoneeldoch voor het geheele personeel in dienst der gemeente. Spreker
zegt ten opzichte van het Secretariepersoneeldat deze vooruitgaande gemeente
voor het meerendeel bekwame en ijverige ambtenaren heeft, die een flink tractemeni
moeten genieten, doch die met volledige werkkracht moeten arbeiden. Spreker is
tegen opzettelijke verlaging van pensioensgrondslagen. Men behoeft niet hang
te zijn voor den financieelen toestand van het Pensioenfonds. Dit fonds is
zeer