4 Juni 1936 81. heer van Nes moest al spoedig constateeren, dat de kaarten niet geheel "bij" waren. Ne heer van Nes heeft toen persoonlijk vele perceelen opgenomen en de kaarten zooveel mogelijk bijgewerkt. Vanwege het Rijk wil men nu het kadaster geheel bijwerken. Zulks is van groot belang voor de gemeente, aangezien zij dan kostcr.'.espaart van opmeting bij grondverkoop, ruiling, enz., welke kosten in den regel niet meevallen. Het is dus we1 gemotiveerd het door B.en W. aange vraagde crediet toe te staan. Aanvankelijk wilden B.en W. hulp aan het kadaster verleenen door tewerkstelling van werkloozen bij wijze van werkverschaffing met Rijkssubsidie, doch de Inspecteur van de Rijkswerkverschaffing kon daartoe zijn medewerking niet verleenen» Thans vragen B.en een crediet om voor deze hermeting werklieden te werk te stellen tegen productief loon. De heer Nooder meent dat het voorstel van B.en W. niet voldoende voorbe reid en niet aanvaardbaar is. Spreker wil ingelicht worden omtrent het bedrag, dat uitgegeven is voor het in orde brengen van de leggers van het uitbreidings plan, en het bedrag dat noodig zou zijn om alles bij te werken. In verband hiermede is een nadere toelichting op het voorstel van B.en gewenscht. De heer Thijssen meent nog te weten, dat de heeren Gasille en van Kloos ter destijds tegen een algeheele hermeting der gemeente waren vanwege de hooge kosten, welke daaraan waren verbonden. Spreker moet constateeren dat Wethouder Gasille nu anders over deze zaak spreekt. Het voorstel van den heer van de Ven om dit punt van de agenda voor nader onderzoek af te voeren, wordt hierna aangenomen met 8 tegen 6 stemmen. Tegen stemden de heeren de Bruijn, Gasille, Hilhorst, Endendijk, Zijlstra en Stro band, 99. STRAATVERLICHTING, (le afd. no.42l0/l6l7 en 4e afd. no,2l/486). Crediet-aanvrage ten behoeve van de straatverlichting. Op grond van het medegedeelde in hun schrijven dd, 19 Mei 1936, no.4210/ 1617 stellen B.en W, voor te besluiten: a, een bedrag van f.1684,10 toe te staan als zijnde bij de vaststelling der begrooting 1936 te laag geraamd voor stroomverbruik gedurende dit jaar, en voorts een crediet ad f.520,85 toe te staan, zijnde de kosten van uitbrei ding der straatverlichting met 52 lantaarns voor 1936» als bedoeld in de rapporten van den Directeur van Gemeentewerken dd. 27 April 1936 en 14 Mei d.a.v, no.427 en in de brieven van de P.U.E.M. dd. 8 April 1936, no.43.6 M. d/c.s. en 11 Mei d.a.v, no.43.6, waarbij nog komt een bedrag van f.50,— voor aankoop van lampen, alzoo in totaal f.2254,95» welk bedrag verminderd wordt met f.850,als zijnde het in de begrooting 1936 geraamde bedrag voor stroomverbruik wegens uitbreiding der straatverlichting in 1935 en eventuee- le uitbreiding in 1936, zoodat uiteindelijk een bedrag wordt toegestaan van f.1404,95. b. een bedrag van f.210,20 toe te 3taan, zijnde de kosten in 1936 van het wij zigen van een 50-tal lantaarns der straatverlichting van avondbranders in avond- en nachtbranders, als bedoeld in het schrijven van de P.U.E.M. dd. 10 April 1936, no.43.6 afd.M.D., en in dat van den Directeur van Gemeente werken dd. 27 April 1936, no.427. Het desbetreffend besluit tot begrootingswijziging wordt ter vaststelling aangeboden. De heer van Breukelen zou gaarne eenige inlichtingen vernemen omtrent den uitslag der proefneming met de gaslantaarn vodr het gemeentehuis. Wethouder de Bruijn deelt mede dat deze proef wel voldaan heeft, daar de gasverlichting thans op moderne wijze plaats heeft. Toen echter deze proef ge nomen werd, schrok de P.U.E.M. wakker, met het gevolg dat deze dadelijk een voor de gemeente voordeelige offerte heeft gedaan. Vroeger werd steeds gezegd, dat een bedrag van f.4.000,hetaald moest worden, alleen al voor het spannen van een draad enz, ten behoeve der nachtverlichting, doch thans vraagt de P.U.E.M.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1936 | | pagina 162