29 Juni 1936 116. volk. De heer Hom wil er even de aandacht op vestigen dat hij in de vorige vergadering reeds gewezen heeft op de circulaire van de organisaties, verzoekende terug te komen op de steunverlaging. Spreker, die het gezegde van de vorige Sprekers onderschrijft, wijst er op dat de nood onder de werkloozen zeer groot is. Het Crisis-Comité B. kan weinig meer doen. Spre ker verzoekt met klem rekening te houden met de toestanden "bij de arbei ders. De heer Endendijk zegt nog niet overtuigd te zijn dat de zienswijze van den heer Nooder ten aanzien van het "orgaan" juist is. Spreker dringt er op aan dat door B.en W. nagegaan wordt wat onder het "orgaan" moet worden verstaan, opdat dit den Raad in de volgende vergadering wordt medegedeeld. B.en W. zullen wel gegronde redenen hebben om zich als "orgaan" te vormen. Naar Sprekers meening had de heer Nooder een motie moeten voorstellen, welke te allen tijde op haar plaats is. Spreker vond het argument van het orgaan cm tot eten steunverlaging van F.l,over te gaan zwak. De verlaging ad f.0,50 wordt nu door het orgaan gemotiveerd. Deze motiveering kan misschien wel eenigszins gegrond zijn, doch wanneer men op die motiveering ingaat, dan is de verlaging wat te vroeg geschied, want toen waren er nog geen aardappelen en groenten uit den tuin te halen. De Voorzitter, die er op wijst dat B.en W» het "orgaan" vormen, zegt dat een motie te allen tijde ingediend kan worden. De heer Hilhorst sluit zich aan bij het gezegde van den heer de Nies. Men kan nu wel ageeren, doch de schuld is bij den Raad, doordat de meer derheid iemand tot Jethouder gekozen heeft, die niet weet dat een arbeider niet kan toekomen met een ondersteuning van f.8,-i. f.10,per week. De democraten hebben indertijd medewerking verleend tot verkiezing van een Wethouderdie weinig democratisch is, doch die benoeming is gebeurd om een Katholiek te weren. De nieuwe koers heeft echter voor de betrokkenen nog niet veel goeds opgeleverd. De heer Thijssen zegt dat geen sprake is geweest van een nieuwen koers, doch wèl van een nieuw leven, dat zich langzamerhand ontwikkelt. De heer Endendijk heeft gewezen op het aannemen eener motie. Men kan een motie van goedkeuring of van afkeuring uitspreken, doch een motie heeft alleen waarde in de burgerlijke samenleving. In de vergadering van den Raad komt men met vragen, die dan door B.en W. beantwoord worden. De heer Nooder heeft naar Sprekers meening deze zaak niet geheel overeenkomstig het Reglement van Orde behandeld. Spreker zegt voorts dat de heer Nooder eenige excerpten heeft aangehaald uit een boekje van 1933« We zijn nu reeds in 1936 en Spreker vreest dat dat boekje wat antiek is, alhoewel toegegeven moet worden dat het uitgegeven is door een corporatie, welke in alle deelen de waarheid zegt. Aannemende dat hetgeen de heer Nooder uit het boekje naar voren heeft gebracht, juist is, - alhoewel daaromtrent niet alle zekerheid bestaat - is Spreker er bovendien voor om meer steun te geven. Er zijn veel kinderen, die een onvolledige voeding verkrijgen, en daarvoor moeten maatregelen getroffen worden. Spreker geeft B.en W, in ernstige overweging om de steunbedragen weer op het vorige bedrag vast te stellen. De verlaging heeft niet gunstig gewerkt. Spreker verzoekt aan B„ en W. om hun hand op hun burgerlijk hart te leggen en zoo mogelijk f.2, bij de steunbedragen te geven. Er zijn veel gezinnen, die een schrale kas hebben. Er moet geholpen worden, daar er veel armoede heerscht. De heer Endendijk wil er even op wijzen dat hij wel logisch was in zijn gedachtengang. Aangezien het nog niet vaststaat wie het "orgaan" is, deed Spreker den heer Nooder het idee aan de hand een motie voor te stel len, daar nu geen voorstellen kunnen worden gedaan. De

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1936 | | pagina 232