30 September 1936 165. hier te helpen, al zou het ook maar voor enkele menschen zijn. De Voorzitter wijst er op dat Maatschappelijk Hulpbetoon niet het lichaam is om deze zaak te administreeren. Door inschakeling van de Kamer van Koophan del is veel te bereiken, en Spreker is het volkomen met den heer Endendijk eens, dat de gemeente hier een mooie taak kan vervullen. Steunverleening van de zijde der gemeente voor middenstandsbearijven vindt Spreker een lapmiddel. De heer Nooder merkt op dat bij de steunverleening van gemeentewege, de gemeente ook controle over haar uitgaven kan uitoefenen. Zulks is niet het ge val bij toetreding tot het borgstellingsfonds van de Kamer van Koophandel. De heer Thijssen zegt zich wel te kunnen vereenigen met den ondergrond van het voorstel van B.enW., doch Spreker moet hier een groote "maar" achter zetten. Het beginsel deugt n.1, niet. De regeering wil deze zaak overschakelen naar de Gemeenten en daarbij de Kamer van Koophandel inschakelen. De meerderheid der Pinancieele Commissie, waartoe ook Spreker behoort, is van oordeel dat de gemeen te geen geld aan dit fonds moet geven, en meent mitsdien de aanneming van het voorstel van B.en te moeten ontraden. De Voorzitter vestigt er met nadruk de aandacht op dat de Kamer van Koop handel een betrouwbaar lichaam is. Wethouder Gasille deelt nog mede dat de Kamer van Koophandel niet alleen het fonds beheert. Het fonds is een stichting', waarin o.a. ook 4 vertegenwoordi gers van gemeentebesturen zitting hebben. Spreker vestigt er nogmaals de aan dacht op dat de Regeering credieten voor den Middenstand verleent van f.500, tot f.10,000,via de Ned.Middenstandsbank en dat het Borgstellingsfonds de credieten verzorgt van in den regel f.500,en minder, dus ten behoeve van den kleineren middenstander. De heer van de Ven vraagt of de Kamer van Koophandel wel geheel ingesteld is om de werkzaamheden, verbonden aan deze credietverleening, uit te voeren, en of het kapitaal en de inkomsten inderdaad besteed zullen worden voor den Midden stand. M.a.w. zullen er niet voel gelden noodig zijn voor betaling van ambtenarij Wethouder Gasille zegt dat het werk con amore en kosteloos geschiedt. De heer van de Ven vraagt of na een jaar te controleeren is of de gelden werkelijk zijn besteed aan credietverleening voor Middenstanders. Wethouder Gasille zeut dat hij de zekerheid hoeft dat het geld uitsluitend ten behoeve van den Middenstand wordt besteed. De heer Stroband zegt dat eenige leden der Financieels Commissie tegen het voorstel van B.en zijn omdat het hier een taak is voor het Rijk, dat beslag legt op de gemeente-financiën. Het Rijk heeft inkomsten van de gemeente uit de belastingen tot zich getrokken, en daarom zijn deze leden tegen deelname in het fonds. Spreker is het er roerend mee eens dat door steunverleening aan kleine bedrijven een mooi doel bereikt kan worden, doch zulks moet voor rekening van het rijk zijn. Het voorstel van B.en W. wordt hierna in stemming' gebracht en aangenomen met 8 tegen 6 stemmen. Tegen stemden de heeren Helmus, Thijssen, van Breukelen, Nooder, van de Ven en Stroband. TEWERKSTELLING JEUGDIGE WERKL00ZEN3e afd.No.2908 en 4e afd.No.21/507). Voorstel van B.en tot toekenning van een aanvullend crediet voor tewerk stelling van jeugdige werkloozen. B.enW, vragen bij schrijven dd. 18 Sept.1536, no.2908 oen aanvullend cre diet van f,250, waarvoor een besluit tot begrootingswijziging ter vaststel ling wordt aangeboden. De heer Helmus zegt niet tegen deze crediet-verleening te zijn, doch ver zoekt B.en ar op te letten welk werk de betrokkenen doen. Het werk moet n.1. niet te zwaar zijn. Spreker, die klachten heeft vernomen, zegt dat het niet aan gaat dat 16-jarigen den geheelen dag achter een kruiwagen met grond moeten loo- pen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1936 | | pagina 330