19 Ootober 1936 176.
Adres van de Soester Werkloozen-Organisatie, verzoekende strenge maatrege
len te nemen tegen prijsopdrijving, met voorstel van B.en W.
In verband met het medegedeelde in hun schrijven dd. 2 October 1936, no.
4544 stellen B.en W. voor hun College te machtigen aan de adresseerende Organi
satie te berichten, dat door den Burgemeester streng de hand zal worden gehou
den aan de voorschriften der Regeering met betrekking tot het tegengaan van
prijsopdrijving en dat de Burgemeester de door hem ter uitvoering dier voor
schriften te nemen maatregelen op 3trenge wijze en zonder aanzien des persoons
zal handhaven.
De heer Hilhorst verzoekt den Burgemeester om niet op onvoorzichtige manier
op te treden, zooals o.a. te Maartensdijk heeft plaats gehad.
De heer van de Ven vraagt of reeds klachten omtrent prijsopdrijving door
den Burgemeester zijn vernomen.
De Voorzitter deelt mede dat enkele gevallen, welke werden aangebracht, in
onderzoek zijn doch dat tot dusver nog geen maatregelen behoefden te worden
genomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van B.en W, aangeno
men.
195. PRIJSOPDRIJVING.(Ie afd.No.4544 en 4e afd.No.21/512).
Crediet-aanvrage om uitvoering mogelijk te maken van da Wet tot het tegen
gaan van prijsopdrijving.
Teneinde uitvoering mogelijk te maken van de Wet van 30 September 1936,
Stbl,639D, houdende tijdelijke maatregelen tot het tegengaan van prijsopdrijving,
is het noodig dat de Burgemeester voor eventueel uit te keeren schadeloosstel
lingen voor inbezitneming van goederen de beschikking heeft over de noodige gel
den. B.en W. stellen voor voor dit doel een crediet van f.3.000,— te verleenen
en het desbetreffend besluit tot begrootingswijziging no.21/512 vast te stellen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van
B.en W, aangenomen en het desbetreffend besluit tot begrootingswijziging no.
2l/5l2 vastgesteld.
196. SCHOOLVOEDING1e afd.No.4397 en 4e afd.No.2l/505).
Voorstel tot intrekking van het raadsbesluit dd. 31 Juli 1936, no.2l/505»
inzake verstrekking van melk aan schoolgaande kinderen, met prae-advies omtrent
een op deze aangelegenheid betrekking hebbend adres van de Oudercommissies en
afdeelingen "Volksonderwijs" in deze gemeente.
Naar aanleiding van een schrijven van Gedeputeerde Staten dd, 22 September
1936, 3e afd.no.2782/2507 stellen B.en W, op grond van het medegedeelde in hun
schrijven dd. 6 Oct. 1936, no.4397 en mede in verband met de omstandigheid, dat
verondersteld mag worden dat ook om finanoieele redenen geen goedkeuring zal
worden verkregen voor de verstrekking van melk aan schoolgaande kinduren, vórfr
het raadsbesluit tot begrootingswijziging dd. 31 Juli 1936, 4e afdeeling no.
2l/505, tot het verleenen van oen crediet ad f.1,000,ten behoeve van de ver
strekking van melk aan schoolgaande kinderen, in te trekken. In verband daarme
de ware aan de adresseerende vereenigingen en commissiën mede te deelen, dat op
haar verzoek niet kan worden ingegaan.
De heer Thijssen wijst er op dat deze aangelegenheid voor Soest van vèr
strekkenden aard is. Zulks hlijkt ook uit het adres van de Ouder-Commissies en
de afdeelingen "Volksonderwijs", die werkzaam zijn op het gebied van het onder
wijs, Aan het besluit tot verstrekking van melk aan schoolgaande kinderen is
een heele lijdensgeschiedenis verbonden, welke Spreker in herinnering brengt.
Op 24 Maart j.1. heeft de eerste conferentie omtrent deze aangelegenheid plaats
gehad. Gebleken is dat volgens mededeeling van een ambtenaar van de Rijkszuivel
bereiding deze zaak voor de gemeente Utrecht al in werking was. Eenige raadsle
den hebben aan B.en W. een voorstel gedaan om melk te verstrekken aan het school
gaande kind. Er is toen een Commissie uit den Raad benoemd, die een rapport