30 November 19 36 -193. schrappen in verband, met de daarin opgesloten bevoorrechting van gemeente» vereenigingen en stichtingen boven het particulier initiatief. De heer Hilhorst wil het omgekeerde. Voorts zegt Spreker dat hij een op pervlakte van elke woning wenscht van tenminste 35 M2 in plaats van 40 M2. Wethouder de Bruijn zegt dat hij zich wel met de door den heer Hornsveld voorgestelde schrapping kan vereenigen. Wethouder Gasille is een andere meening toegedaan. Spreker acht het noo- dig dat voor de bouwers een prikkel om behoorlijke woningen te bouwen, aanwe zig moet zijn. Voor de woningen, welke gebouwd worden door stichtingen, welke in het belang der Volkshuisvesting werkzaam zijn, mogen de eischen wel iets minder zijn. Zulks is in 't voordeel der gemeente en der stichtingen. Het gaat hier eenvoudig om de zaak dat de bouwers geen concurrenten wenschen. Het is in t belang der gemeente dat de door den heer Hornsveld bedoelde bepalingen gehandhaafd hlijven. De heer Hilhorst betoogt nogmaals dat hij zich hiermede niet kan vereeni gen. De heer Nooder zegt dat hij zich wel met het voorstel van den heer Horns veld kan vereenigen. Na eenige discussie wordt ten slotte het voorstel van den heer Hornsveld in stemming gebracht en verworpen met 10 tegen 4 stemmen. V<5or het voorstel stemden de heeren Zijlstra, Hornsveld, Nooder en Helmus. Art.32, 3e lid. De heer Hornsveld stelt voor in plaats van "0,16 M" te lezen "0,10 M". Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. Art.28. Ie lid sub 1. De heer Hilhorst komt terug op zijn wensch om de minimum oppervlakte van elke woning te bepalen op "ten minste 35 M2" in plaats van op "ten minste 40 M2", Spreker doet een daartoe strekkend voorstel. Wethouder Gasille meent dat men geen gelegenheid moet geven om krotten te maken» daar bij aanneming van het voorstel van den heer Hilhorst ook de ka mers kleiner zullen worden. Bovendien is in de thans geldende bouwverordening ook een minimum-oppervlakte bepaald van 40 M2. Na eenige discussie wordt ten slotte het voorstel van den heer Hilhorst in stemming gebracht. Omtrent dit voorstel staken de stemmen met 7-7? zoodat in een volgende vergadering opnieuw een stemming moet worden gehouden. Voor het voorstel stemden de heeren van Breukelen, Thijssen, Stroband, van den Berg, van de Ven, Hom en Hilhorst, en tegen de overige leden. Art.364e lid. De heer Hornsveld stelt voor in plaats van "0,04 M2" te lezen ';0,0225 M2" Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. Art.37, 3e lid sub b. De heer Hornsveld stelt voor te schrappen de woorden "De wanden moeten tot voldoende hoogte waterdicht zijn". Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. Art.39. 3e en 4e lid. De heer Hornsveld wijst er op dat de hier genoemde 100 te. zeer bezwaarlijk is voor de bouwexploitanten, aangezien voor aanleg van dienst leiding der waterleiding een bedrag gemoeid kan gaan van f.450?Spreker stelt voor deze "100 M." terug te brengen tot op "50 M.". Wethouder de Bruijn zegt dat deze wijziging niet mogelijk is in verhand met de door de Waterleiding-Maatschappij vastgestelde normen. De heer Hilhorst 'kan niet accoord gaan met de in de verordening voorkomen de bezwarende bepaling. Wethouder Gasille betoogt dat bedoelde bepaling toch aangehouden moet wor den in verband met de regeling van de Waterleiding-Maatschappij Na eenige discussie wordt ten slotte besloten tot handhaving van de in de verordening opgenomen bepaling. Art41De heer Hornsveld stelt voor dit artikel aan te vullen met de mogelijk heid

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1936 | | pagina 386