30 November 19 36 203.
besloten wordt in het besluit sub h. de verhuur aan Jorna, die in 2 jaren geen
huur heeft betaald, te schrappen,
223. PERSONEEL. (4e Afd. No.804).
Voorstel tot het verleenen van ontslag uit den gemeentedienst aan den
chauffeur-monteur H.A.Vos,
Omtrent de onder a, tot en met d, in het schrijven van B, en W# dd, 23 No
vember 1936, no.804 genoemde feiten is het College van oordeel, dat oplegging
van een strenge straf onvermijdelijk is. De meerderheid van het College acht
de strafbare feiten van voldoenden ernst om met gebruikmaking van het bepaalde fc
bij artikel 96 van het werklieden-reglement H.A.Vos "ongevraagd eervol ontslag"
te verleenen als chauffeur-monteur. Zij doet daartoe bij den Raad het voorstel,
temeer daar deze arbeider reeds eerder door het College, om andere feiten, is
gestraft geworden. De minderheid van het College daarentegen meent te moeten
voorstellen het verleenen van "ongevraagd eervol ontslag" nog afhankelijk te
stellen van een proeftijd van drie maanden. Onder overlegging van alle beschei
den op deze aangelegenheid betrekking hebbende, verzoeken B.en W, den Raad om
trent de aan H.A.Vos op te leggen straf een beslissing te willen nemen. Ten
slotte vragen zij machtiging tot formuleering van het besluit.
Wethouder de Bruijn deelt mede dat B.en W. dit punt van de agenda afvoe
ren, en in de volgende vergadering aan de orde zullen stellen, daar zich nieuwe
perspectieven hebben geopend, welke Spreker eerst nog in een vergadering der
Commissie Openbare Werken wil bespreken.
De heer Thijssen vraagt of die perspectieven nu niet medegedeeld kunnen
worden. Naar Sprekers meening heeft de Raad met deze ontslagkwestie echter
niets te maken, daar B.en W, volgens het Werklieden-reglement een beslissing
hebben te nemen.
De Voorzitter meent dat de Raad te dezer zake een beslissing moet nemen.
Destijds heeft de Raad alle benoemingen, zelfs die van putjesschepper, aan
zichzelf behouden. Het entslag moet ook door den Raad worden verleend.
De heer Thijssen merkt op dat Vos 19 jaren geleden door B.en W, is Benoemd.
B.en moeten dus ook ontslag verleenen,
De heer Nooder wil naar aanleiding van het gezegde van den Voorzitter dat
putjesscheppers door den Raad moeten worden benoemd, opmerken, dat het zeker
de bedoeling is dat alle arbeiders door den Raad moeten worden benoemd.
224. BEANTWOORDING VRAGEN.
De heer Stroband deelt mede zich niet te kunnen vereenigen met het door
B.en W. gegeven antwoord op de in do raadsvergadering van 19 October j.1. door
don heer Thijssen gestelde vraag of uitvoering is gegeven aan het in de verga
dering van 30 Sept. j.1. genomen besluit, waarbij B.en W. geadviseerd vrcrd aan
eiken steuntrekkende do onthouden steun van f.0,50 alsnog onverwijld uit te be
talen. B.en W, hebben naar Sprekers inzicht geen antwoord op de vraag gegeven.
Er moet n.1. blijken of uitvoering aan de vraag is gegeven. De vraag hield in
een advies tot uitbetaling en voorts nog een opdracht aan B.en W.
Do Voorzitter zegt dat aan het advies geen uitvoering is gegeven. Overeen
komstig do in het besluit opgenomen opdracht,.is het besluit aan de daarin ge
noemde autoriteiten toegezonden.
De heer Thijssen wijst er ook nog op dat het besluit een advies inhield
aan B.en W. en voorts nog een voorname zinsnede en wel deze, dat het in extenso
moest worden gezonden aan verschillende autoriteiten, n.1. Minister van Binnen-
landsche Zaken, Minister van Sociale Zaken, Commissaris der Koningin en Gede
puteerde Staten.
De Voorzitter zegt andermaal dat het besluit aan genoemde autoriteiten is
toegezonden.
De heer Thijssen zegt dat hem het antwoord van B.en V. zeer heeft teleur
gesteld. Do Raad heeft B.en W. geadviseerd de onthouden steun van 2 kwartjes
uit