c, December 1536211, enkele organisaties wel eens gewenscht zijn, doch Spreker is er niet voor om een bouw, als door den heer Hilhorst bedoeld, in de Bouwvererdening vast te leggen. Men mag hopen dat er betere tijden zullen aanbreken en Spreker voelt er niets voor om terug te keeren op den ingeslagen weg om een beter soort hui zen in de toekomst te bouwen. Spreker is van meening, dat het motief van den heer Hilhorst wordt beheerscht door den toestand van op dit- oogenblik. Naar Sprekers oordeel mogen de minder gunstige tijden niet van invloed zijn op deze aangelegenheid De heer Nooder vraagt of B.en advies hebben uitgebracht op het adres van den Soester Bouwkring, inhoudende eenige wenschen met betrekking tot de nieuwe Bouwverordening. De Voorzitter zegt dat hetgeen de Soester Bouwkring naar voren heeft ge bracht, niet door den Raad aan de orde werd gesteld. De Raad moet thans stemmen over het voorstel van den heer Hilhorst om in art.28, le lid sub 1 der Verorde - ning te lezen 35 M2, en over dit voorstel kan men beraadslagen. Over andere punten, ook die,nader door den Soester Bouwkring naar voren gebracht, dient niet beraadslaagd te worden. De heer Nooder constateert dat het adres van den Soester Bouwkring dan eigenlijk te laat is ingekomen. Wethouder de Bruijn merkt op dat het door den Soester Bouwkring in dit opzicht verlangde eigenlijk alleen maar betrekking heeft op een klein gedeelte der gemeente, n.1. op de bebouwde kom en op de gronden, gelegen buiten het uitbreidingsplan. Vcor het gebied, vallende onder het uitbreidingsplan is de minimum-oppervlakte der woningen geregeld in de bebouwingsvoorschriften. Naar Sprekers meening ligt in het adres van den Soester Bouwkring een persoonlijke tendens. De grondspeculanten doen alle mogelijke moeite om het voorstel van den heer Hilhorst "erdoor" te krijgen, omdat zij nog gronden voor bebouwing hebben in de bebouwde kom. Spreker zegt dat er altijd gebouwd is met een minimum oppervlakte van 40 M2, en nimmer werden daartegen bezwaren ingediend. Zij, die thans dergelijke woningen gebouwd hebben, zouden bij aanneming van het voorstel van den heer Hilhorst concurrentie in het verhuren der woningen ondervinden van hen, die nu de kans zouden krijgen een beknoptere woning aan te bieden. Misschien zouden docr den nood der tijden huurders voor kleinere woningen zijn te vinden, doch in betere tijden, die tcch wel eens zullen aanbreken, is het niet gewenscht dat men teruggaat tot kleinere woningen. Naar Sprekers oordeel is er ook geen behoefte aan kleinere huizen. Men moet vooruitzien. De Voorzitter bepleit ook handhaving van het voorstel van B.en W.temeer waar in de bebouwingsvocrschriften bij het uitbreidingsplan eveneens een mini mum-oppervlakte is bepaald van 40 M2. De heer van den Berg wil juist omdat het voor een klein gedeelte der ge meente zal gelden, de gelegenheid geven kleinere huizen te bouwen. Spreker ziet nog geen betere toekomst. Er is volgens Spreker behcefte aan kleinere huizen, omdat huren voor grcctere huizen moeilijk of in 't geheel niet meer betaald kunnen worden. Spreker is dus vóo'r het voorstel var den heer Hilhorst. De heer Stroband kan zich niet begrijpen welke bezwaren er zijn om de mi nimum-oppervlakte lager te bepalen. Het is toch slechts een minimum-maat en de gemeente geeft geen recht uit handen. Naar aanleiding van het gezegde van den Wethouder wil Spreker even opmerken dat het toch de geest des tijds is om geen groote, doch kleinere huizen te bouwen. Men moet daarvoor de gelegenheid geven. De heer Helmus zegt dat hij den vorigen keer tegen het voorstel van den heer Hilhorst heeft gestemd en dat hij tegen dit voorstel blijft. Men moet naar Sprekers meening geen gelegenheid geven voor den bouw van kleinere huizen voor de arbeiders, aangezien de toestand dan nog slechter wordt. De heer Hilhorst wil er allereerst de aandacht op vestigen, dat hij niet beïnvloed l»

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1936 | | pagina 422