9 December 1936 218. van wachtgeld overeenkomstig de bepalingen van het op dien datum geldende re glement voor de ambtenaren in dienst dezer gemeente. Het daartoe te nemen be sluit wordt in ontwerp overgelegd. De heer van Breukelen heeft geconstateerd dat volgens het voorstel van B, en W, de twee motieven, welke destijds tot de benoeming hebben geleid, zijn Vervallen, Spreker vraagt waarom bij het vervallen van het 2e motief, n.1. op het tijdstip van de opheffing van het gemeentelijk trambedrijf, de betrekking van gemeente-veearts niet is opgeheven. Het was een goed financieel beleid der gemeente geweest dat toen tot opheffing dier functie was besloten. De Voorzitter geeft toe dat het logisch was geweest dat men toen de func tie had opgeheven, doch blijkbaar is een en ander aan de aandacht ontgaan. Wel heeft de gemeente tot nu toe nog steeds een paard, doch daarvoor is het in dienst hebben van een gemeente-veearts niet noodig. De heer van Breukelen zegt dat de gemeente indien zij tijdig tot ophef fing dier functie had besloten, een bedrag van f.10,000,had kunnen bespa ren. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van B.en W. aange nomen 237, GEM2MTMSKKBN. IJRSONEEL (4e afd.no4425) Voorstel tot reorganisatie van den dienst van gemeentewerken. Bij schrijven ad. 18 Nov.1936, no.4425 stellen B.en W. voor: a. De typiste Mej.A.C.van de Giessen te benoemen tot typiste bij gemeentewer ken ingaande 1 Januari 1937; b. de benamingen der functies uitgeoefend door onderscheidene werklieden vast te stellen confcr het voorstel van het College in hunne voordracht opge nomen 5 c. de chauffeur, die thans den titel draagt van chauffeur-monteur, dezen ti tel en de daaraan verbonden belooning te doen behouden zoolang de tegen woordige drager van dien titel in functie is 5 d. Burgemeester en Wethouders te machtigen een deskundig persoon op arbeids contract aan te nemen voor de inrichting eener gemeente-eigendommen-admi nistratie enz. op een vergoeding van f,125?per maand;; e. wegens het overbodig worden van de werkzaamheden aan de respectievelijke functies verbonden, eervol uit den dienst te ontslaan: le, met ingang van 1 Maart 1937 den Technisch ambtenaar Ie klasse Jan Ja- cob Meurs 2e. met ingang van 1 Maart 1937 den Technisch Ambtenaar Ille klasse Corne- lis Gerardus Johannes van Heijst; 3e. met ingang van 1 Februari 1937 werkman Hendrik van Fulpen; f. de thans in functie zijnde ambtenaren en werkman respectievelijk J.J.Meurs, C.G.J.van Heijst en H.van Fulpen met ingang van den dag waarop hun ontslag uit den gemeentedienst ingaat, een wachtgeld toe te kennen overeenkomstig de bepalingen van de op dien datum geldende reglementen voor de ambtena ren en de werklieden in dienst der gemeente Soest; g. vast te stellen het overgelegde ontwerp-besluit inzake de ten aanzien van de werklieden W.van den Bedum en J.H.Koster te treffen regeling betrekking hebbende op de beëindiging van hunne werkzaamheden bij den dienst van gemeen tewerken. Bij schrijven dd. 3 Dec.1936, no.4425 deelen B.en W. mede dat zij van de Commissie van Georganiseerd Overleg het advies hebben ontvangen de onderhavi ge voorstellen nog eens in ernstige overweging te nemen, Haar de meening van den vertegenwoordiger van het Nationaal Verbond van Gemeente-ambtenaren in genoemde Commissie zou met het oog op de voorbereiding en de uitvoering der door hem gencemde werken en voorzieningen het huidige vaste personeel bij ge meentewerken gehandhaafd moeten blijven. Onder aanbieding van een uittreksel uit

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1936 | | pagina 436