9 December 1936 219-
uit het "betoog van "bedoelden vertegenwoordiger deelen B.en als hunne mee
ning mede, dat de opgesomde werken en voorzieningen overdreven zijn voorge
steld, Hoe gewenscht de uitvoering van sommige dezer werken in verband met
den groei der gemeente ook moge zijn, zullen deze in de naaste toekomst om
reden van financieelen aard niet te verwezenlijken zijn. Zij achten het daar
om in de gegeven omstandigheden een zaak van goed beleid wanneer het vaste
personeel bij den dienst van gemeentewerken wordt verminderd en daarbij als
toekomstigen maatregel het standpunt wordt ingenomen, dat tijdelijk personeel
in dienst wordt genomen zoodra buitengewone werken moeten worden voorbereid
of uitgevoerd.
Op grond dezer overweging en de omstandigheid, dat bij den dienst van ge
meentewerken maatregelen tot bezuiniging moeten worden genomen hebben B.en W.
besloten hunne voordracht van 18 November j.1. te handhaven.
De heer Nooder zegt dat het hem bekend is dat de leden volgens het Regle
ment van Orde vanaf hun plaats het woord moeten voeren. Spreker verzoekt hem
zoonoodig gelegenheid te geven om staande te spreken, daar hij een grafrede
over Openbare Werken heeft uit te spreken. Alvorens tct verdere discussies
over te gaan, wil Spreker de voorgestelde reorganisatie in de allereerste
plaats op den voorgrond stellen. Toen in 1933 en 1934 eenige werken waren
uitgevoerd, waarvan de begrootingsposten waren overschreden, kwam de meening
naar voren, dat er bij Openbare Werken iets mankeerde en een reorganisatie
noodig was. De indruk was, dat de reorganisatie zou bestaan uit de benoeming
van een Directeur met den titel van Ingenieur. Spreker is de eenige geweest,
die tegen het voorstel tot herneming van een Directeur heeft gestemd, omdat
hij ervan overtuigd v«ras dat een dergelijke benoeming niet de noodige oplos
sing zou brengen. Het blijkt nu dat Spreker niet teleurgesteld is in zijn ge-
dachtengang. Met het instellen van een Directeurs-functie werd de zaak niet
opgelost. Spreker vestigt vervolgens de aandacht op de crediet-overschrijding
ten aanzien van het Natuurbad. De kosten van het bad waren aanvankelijk be
groot op f.50.000,behalve de kosten van den grond. Het bad heeft echter
meer dan 1 ton gouds gekost. Er is toen een Commissie uit den Raad benoemd
om een onderzoek in te stellen naar de oorzaak der crediet-overschrijding.
Die Commissie is aan 't werk gegaan, en aangezien zij niet uit de nesten kon
komen, is er een deskundige Commissie benoemd om vergelijkingen te maken ten
aanzien van de overschrijding der verschillende onderdeelen en der geheele
zaak. Men is tot de ontstellende conclusie gekomen, dat de begrooting ad
f.50,C00,van den Technisch Ambtenaar Meurs zoo goed als juist was in ver
gelijking tot de begrooting van de deskundigen, die slechts ruim f.2.000,
hooger was. Het plan van den heer Meurs was dus goed opgezet. Men zal nu zeg
gen, hoe is dan die overschrijding tot stand gekomen. De Commissie had geen
rekening gehouden met de omstandigheid, dat het werk is uitgevoerd in werkver
schaffing, waardoor het bedrag aan loonen, door de Commissie van deskundigen
geraamd, met 50 moest worden verhoogd. De overschrijding van het bedrag was
niet te wijten aan de leiding van Openbare Werken, doch aan het beleid van
het toenmalig College van B.en W.met zijn satellieten, die het College steun
den bij de uitvoering van het werk. Als stille getuige was Spreker een plaats
onthouden in de Commissie van Onderzoek, doch Spreker heeft persoonlijk gecon
stateerd, dat bij de uitvoering van het werk niet de heer Meurs Directeur was,
doch dat dit andere personen -waren. Het College van B.en W, is oorzaak van de
toestanden, dat verschillende personen de leiding hebben gehad. Spreker zegt
voorts dat B.en ten aanzien van den wegenaanleg op t Hart ook de oorzaak
zijn, dat de werken niet werden uitgevoerd, zooals dat behoorde. De toestand,
welke zich heeft voorgedaan met betrekking tot de Banningstraat, is eveneens
door B.en tlveroorzaakt. Toen de heer Mulder den moed had om wat te zeggen
omtrent de uitvoering, is het College in gebreke gebleven om maatregelen te
treffen.
ft