9 December 1936 222.
huuden vergadering mei gesloten deuren notulen opgemaakt- De vraag is nu, wat
er in die notulen is vastgelegd. Spreker dringt er op aan dat die notulen be
schikbaar gesteld worden voor publiciteit. Verder zegt Spreker dat aan het
eerste rapport veel waarde wordt gehecht en dat de verstrekking van dit rap
port aan de leden is toegezegd door een der Wethouders. De Secretaris heeft
later aan Spreker medegedeeld, dat hij geen exemplaar van het rapport mocht
afgeven.
Wethouder Gasille merkt op dat de heer ïhijssen durft te beweren dat de
verstrekking van het rapport aan de raadsleden door een der Wethouders, - en
dat zou dan Spreker zijn -, zou zijn toegezegd. De heer ïhijssen heeft aan
Spreker gevraagd of hij een exemplaar van dit rapport mocht hebben, waarop
Spreker heeft gezegd dat hij dit met B.en W. zou bespreken. Spreker heeft ech
ter geenerlei toezegging gedaan.
De heer Helmus zegt dat hij zich op het standpunt stelt dat de reorgani
satie niet moet doorgaan. Er is voldoende werk te verrichten en wanneer men van
.Soest wil maken wat noodzakelijk is, dan is er geen mensch over bij Gemeente
werken. De verschillende wegen kunnen in orde gemaakt werden met steun van het
Rijksfonds. In verschillende gemeenten worden vanwege de gemeente gebouwen opge
richt, waarvoor het Werkfonds een voorschot op zeer billijke voorwaarden ver
strekt. De eerste jaren behoeft do gemeente niets te betalen. Spreker hoopt
dat de docr den heer Kooiman voorgestelde conclusie aanvaard wordt. Spreker
ver.Jaart zich dus tegen het reorganisatieplan, omdat men de gemeente daarme
de geen dienst bewijst.
De heer Hom zegt dat de fractie, waartoe hij behoort, het voorstel van
den heer Hilhorst zal steunen.
Wethouder de Bruijn wijst er op dat men steeds om reorganisatie heeft
geroepen. Spreker heeft zijn geheelen persoon gegeven om de zaak in goede ba
nen te brengen. De heer Nooder heeft oude koeien uit de sloot gehaald, welke
Spreker rustig naast zich zal neerleggen, daar deze het vorige College betref
fen. Spreker was toen geen Wethouder. Wat de heer N0oder het vroegere College
aanwrijft, moet hij zelf maar weten en vcor zijn eigen verantwoording nemen.
De begrootingen, waarop overschrijdingen hebben plaats gehad, zijn geen be
groetingen, welke opgemaakt zijn tijdens het Wethouderschap van Spreker. Het
eerste groote werk, dat onder Sprekers wethouderschap tot stand is gekomen,
was de wegenaanleg te Soesterberg, Braamweg en Verlengde Kolonieweg, De desbe
treffende begrootingen waren alleszins goed en het is bewezen, dat een goede
dienst van Gemeentewerken wel op te bouwen is. De heer Nooder heeft den ouden
toestand geschetst, en Spreker zegt dat er nog een geest heersoht, welke niet
solidair is. Men werkt bij dezen dienst niet met het noodige élan. De leiding
moet krachtiger zijn en er moet meer intensief aangepakt werden. Spreker heeft
daar meermalen op gewezen. Men heeft wel eens gezegd dat Spreker Directeur
van Gemeentewerken was. Dit was natuurlijk niet het geval, doch Spreker wil
wel verklaren, dat het meermalen noodig was om in te grijpen bij zaken, ook
omtrent datgene wat eigenlijk niet des Wethouders is. Zcoals de toestand thans
is, en nadat Spreker de verzekering is gegeven, dat ook in hoogere instanties
de gedachte leeft dat niet economisch gewerkt wordt bij dezen dienst, heeft
Spreker gemeend met het reorganisatievoorstel accoord te kunnen gaan. Spreker
is er zeker van bewust, dat wanneer er personeel gaat verdwijnen, er geen
grootere werken uitgevoerd kunnen worden. Men zal dan bij uitvoering van groo-
tere werken tijdelijk personeel moeten aannemen. De plannen tot uitvoering
van groote werken zullen evenwel moeten komen uit den koker van dengene, die
de leiding heeft. Als Wethouder van Openbare ii/erken ontvangt men van alle
kanten wenschen, zoodat er verschillende objecten gereed zijn en in portefeuil
le liggen. Omtrent den bouw van een nieuwe brandweercentrale te Soesterberg
ligt al jaar en dag een teekening klaar, terwijl ook een eenvoudiger plan voor
een