9 December 1936 230. Koster te treffen regelingbetrekicing hebbende op de beëindiging van hunne werkzaamheden bij den dienst van Gemeentewerken) deelt de Voorzitter mede» dat B,en 7. nog nad^r voorstellen te besluiten aan deze arbeiders met ingang van den datum van hun ontslag een uitxeering toe te kennen van gedurende 3 maanden 50 i° en de volgende 3 maanden 35 van hunne laatstelijk genoten wed den, na afloop van welke termijnen de in het ontwerp-besluit voorgestelde uit- keeringsregeling in v/erking kan treden. De heer Hom vraagt of deze personen ook nog bij voorkomende gelegenheden tewerk kunnen v/orden gesteld bij de gemeente. Zoo is o.a. op post volgnummer 413 een bedrag uitgetrokken voor loonen van losse vrerklieden, De Voorzittei ze^t dat deze tewerkstelling niet uitgesloten is, doch dan mag het loon en het bedrag van het pensioen niet hooger zijn dan de laat stelijk genoten wedde. ./ethouder Gasille meent dat Koster niet tewerkgesteld kan voorden, daar hij ouder dan 60 jaren is Het voorstel sub g.gewijzigd door B.en 1. als bovenvermeld, wordt hier na zonder hoofdelijke stemming aangenomen, door vaststelling van het desbe treffend ontwerp-besluit Tenslotte v/ordt zonder hoofdelijke stemming besloten, dat de voerman bij Gemeentewerken, bezoldigd naar de loonklasse bij indeeling als werkman of kantonnierzijn tegenwoordige bezoldiging zal blijven genieten. 238. Vi/EGENVST (le afd,no,1922 Crediet-aanvrage voor samenstelling van den wegenlegger, In verband met het medegedeelde in hun schrijven dd. 17 November 1936, no.1922 verzoeken B.en V. den Baad een crediet van f,400,toe te staan voor het opmaken van den "wegenlegger ter uitvoering van de "iegenwet 1930 en hun College te machtigen de aan deze opmaking verbonden Y/erkzaamheden op te dra gen aan het Ingenieursbureau "Het Oversticht" te Deventer, overeenkomstig de aanbieding, vervat in zijn schrijven dd. 3 Juli 1934? no.2072 met de daarbij behoorende bijlage, gestand gedaan bij schrijven dd. 7 November 1936, no, 3-1421 W/N. De heer Nooder deelt mede dat hem bij een nader ingesteld onderzoek is gebleken, dat men van meening is, dat werk is verricht wat voor den wegen legger niet noodzakelijk was; dit Yrerk is echter wel van belang voor den dienst, zooals Spreker gebleken is. Als Gemeentewerken nu den wegenlegger gaat samenstellen, kan de werkwijze nog wel veranderd worden, en naar Spre kers inzicht kan de dienst dit werk zeer goed ten uitvoer brengen. Zeonoodig annexeert men waohtgelders De heer Hom stelt zich op hetzelfde standpunt van den heer Nooder en is er tegen om het werk op te dragen aan het Ingenieursbureau. Jethouder de Bruijn deelt mede dat de wegenlegger op 1 Oct.1937 van kracht moet zijn. Een was aan Gemeentewerken met de samenstelling van den legger begonnen, waaraan alle mogelijke opmetingen waren verbonden, Spreker heeft zich toen op de hoogte gesteld van den stand van zaken. Het bleek Spreker dat een te omvangrijk werk werd opgezet. Spreker heeft daarna den prijs nage gaan omtrent uitvoering niet in eigen beheer, en ook de Directeur heeft een opgaaf van kosten verstrekt betreffende de uitvoering bij zijn dienst. Het is Spreker later gebleken, dat niet het oordeel omtrent de samenstelling van den legger is gevraagd aan den Provincialen Jaterstaatdoch alleen aan de gemeentenïïtrecht en Amersfoort. Hierbij valt op te merken dat "Het Over sticht" ook van de gemeente Amersfoort opdracht heeft gekregen tot het opma ken van den legger dier gemeente. Bedoeld bureau heeft reeds 49 opdrachten vanuit de provincie Utrecht ontvangen en het staat ten nauwste in contact met de Provinciale Griffie, zoodat men verzekerd is van goed vrerk. Het zou een unicum zijn Yvanneer men den legger in eigen beheer liet opmaken. Spreker meent

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1936 | | pagina 460