16 December 193& 244»
dat de voorstellen niet altijd op den juisten tijd tot stand kunnen komen, zoo
dat overleg met de Commissie niet altijd mogelijk is. Spreker hoopt in de toe
komst met meer uitgewerkte voorstellen van B.en W, tot de Commissie te kunnen
komen. Het Gasbedrijf, dat op 17 Mei 1937 10 jaren zal bestaan, is een licht
punt in Sprekers taak. De exploitatie van dit bedrijf is nog steeds in stijgen
de lijn. Spreker hoopt bij de nieuwe reorganisatie van Gemeentewerken de meest
mogelijke medewerking van den Raad te verkrijgen en niet lastig gevallen te
worden met verdachtmakingen. Indien Spreker het idee krijgt dat het grootste
gedeelte van den Raad zijn werk niet voldoende apprecieert, dan stelt hij lie
ver zijn portefeuille beschikbaar.
Wethouder Gasille zegt den heer van de Ven dank voor diens waardeerende
woorden ten opzichte van de behandeling der begrooting in de le afdeeling. De
heer van de Ven heeft de vraag gesteld of het bestuur der Woningstichting "Ons
Belang" niet verantwoordelijk is te stellen voor den achteruitgang met betrek
king tot de woningexploitatie, doch Spreker meent dat dit Bestuur geen schuld
treft. De geheele opzet is destijds verkeerd geweest en de woningen hadden
nooit op de plaats van thans gesticht moeten worden. Hierbij kwam nog dat de
tijd voor de woningbouwstichting allerschadelijkst was. In Zeist heeft men in
dien tijd en kort daarna moderne huizen gebouwd, waardoor de woningen van "Ons
Belang" ten deele ontvolkt werden. Men gaf aan de woningen te Zeist de voor
keur, waarvan "Ons Belang" de dupe werd. Voorts meent Spreker dat "Ons Belang"
vroeger niet altijd de noodige medewerking van het Gemeentebestuur heeft onder
vonden. Het bestuur der Vereeniging geeft zich geheel om de zaak zoo goed moge
lijk te behartigen. De naasting der woningen is meermalen besproken, hetgeen
uit den aard der zaak geen aangename klank was voor het bestuur der Stichting,
dat steeds den goeden kant uit wilde. Door een en ander is dus veroorzaakt dat
er weinig medewerking en weinig succes was. Kaar aanleiding van de opmerking
van den heer Helmus omtrent de gevolgen van den monetairen toestand, zegt Spre
ker dat het gemeentebestuur te dier zake niet mag beslissen. Deze zaak wordt
van hoogerhand geregeld, en het is voldoende bekend dat de Regeering de prijzen
van de levensmiddelen zooveel mogelijk wil handhaven. De plaatsing der gemeente
in een hoogere klasse voor de steunverleening is een regeeringstaak. Elk oogen-
blik komen er vanwege het Departement van Sociale Zaken controleurs, die de in
zichten der regeering' bij het gemeentebestuur naar voren brengen en waarmede
rekening moet worden gehouden., De gemeente kan in deze niet eigenmachtig optre
den en moet zich geheel regelen naar de van hoogerhand gegeven voorschriften.
Spreker zegt voorts dat het in het belang der gemeente is dat een crediet wordt
toegestaan voor aanneming van een administratieve kracht voor de gemeente-eigen
dommen. De gemeente heeft veel bezittingen, welke geadministreerd dienen te
worden. Het is gewenscht dat precies vastgesteld wordt wat gemeentebszit is,
waarvoor goede opmetingen moeten -worden verricht. Zulks is een groot voordeel
voor de gemeente. Zoo is het Spreker bekend dat de heer Hilhorst een stukje ge
meentegrond in gebruik heeft genomen, hetgeen men niet wist. B.en W, kunnen ie
mand krijgen voor dat kadastraal werk en het is niet de bedoeling om een ambte
naar van dien persoon te maken. Het zal een tijdelijke kracht kunnen zijn, die
de zaak goed op pooten zet.
De heer Hooder zegt dat de landmeter van Gastel heeft beweerd dat hij de
aanstelling van een kracht, als door den heer Gasille bedoeld, niet noodzake
lijk vindt. Er zijn in de gemeente wel ambtenaren, die dat werk kunnen doen, zoo
dat aanstelling van nieuwe krachten niet noodig is.
De heer Thijssen zegt dat het zijn voornemen was geen aigemeene beschou
wingen te houden. De heer van de Ven heeft zulks reeds namens eenige leden ge
daan. Spreker meent echter naar aanleiding van de gehouden besprekingen toch
nog wat te moeten zeggen. Wethouder de Bruijn heeft zoo straks gezegd dat de
leden van den Raad, die in de vorige vergadering tegen het verleenen van ontslag
aan den chauffeur-monteur Vos gestemd hebben, een zware verantwoordelijkheid
hebben