16 Decem"ber 1936253-
wil voorbrengen, doch Spreker veronderstelt dat het niet veel zal helpen.
De heer Nooder betoogt dat de gemeente ontlast moet worden van de kosten,
welke haar opgelegd worden. Er moet gestreefd worden naar een radicale oplos
sing en er moet omtrent deze zaak een krachtige actie uitgaan. Met een eventu-
eele redactie-wijziging van zijn voorstel, welke in het belang der zaak is, kan
Spreker accoord gaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van den heer Nooder,
mede-onderteekend door den heer Helmus, aangenomen.
Volgno.408. Jaar-wedden personeel Openbare Werken.
De heer Thijssen vestigt er de aandacht op dat onder het op dezen post ge
raamde bedrag is begrepen f.1900,—- voor den op arbeidscontract zijnden tech
nisch ambtenaar Tillemans. Spreker vraagt of de noodzakelijkheid is gebleken,
dat deze ambtenaar nog in dienst gehouden wordt.
Wethouder de Bruijn zet uiteen dat één ambtenaar bij Bouw- en Woningtoe
zicht de zaken onmogelijk kan afdoen. Gedurende de elf maanden van dit jaar
zijn 200 bouwaanvragen ingekomen, waarvan 78 in de eerste zes maanden van het
jaar. Voorts werden adviezen uitgebracht betreffende Hinderwetaanvragen 32,
Drankwet 13, rapporten woningwet 47? enz. Spreker geeft een uitvoerige specifi
catie omtrent de zaken, welke door de afdeeling Bouw- en Woningtoezicht behan
deld zijn. Aan de Schoonheidscommissie is een ambtenaar van deze afdeeling ver
bonden, terwijl gedurende 3 voormiddagen in de week een anbtenaar aanwezig moet
zijn voor het spreekuur, zoodat die ambtenaar dan geen anderen arbeid kan ver
richten. Tenslotte zegt Spreker nog dat in 1936 18 adviezen werden uitgebracht
inzake grondverkoop, 13 inzake grondaankoop, 18 inzake ruiling, 11 inzake af
stand, 36 inzake verhuur en 10 inzake erfpacht.
De heer Hom vraagt of de gemeente geen gevaar loopt dat zij aan den eenen
kant personeel op wachtgeld stelt, terwijl zij aan den anderen kant iemand op,
arbeidscontract aanneemt. Zijn de wachtgelders niet voor dit werk te gebruiken,
vraagt Spreker. Zulks dient naar zijn meening in de eerste plaats te geschieden.
Wethouder de Bruijn, die meent dat men dit aan den Directeur van Gemeente
werken ter beoordeeling' moet overlaten, stelt tenslotte voor den naam van den
heer Tillemans in de begrooting te schrappen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten, en de post ongewijzigd
vastgesteld.
Hoofdstuk VI. Openbare Werken.
Bij dit hoofdstuk brengt de heer Booder weer ter sprake zijn voorstel, ge
daan bij de algemeene beschouwingen, luidende als volgt"De Raad verzoekt het
College van B.en W. voorstellen voor te bereiden tot het ontwerpen van een rio-
leeringsplan met teekeningen en begrootingen, welke zoodanig worden ingericht
en verzorgd, dat een toelage uit het Werkfonds kan worden verkregen".
De Voorzitter zegt dat B.en W. zullen moeten heoordeelen of een en ander
noodzakelijk'is en dat zij in een bevestigend geval bij den Raad zullen moeten
komen met een crediet-aanvrage» Spreker ziet in de gegeven omstandigheden de
noodzakelijkheid niet in om een dergelijk plan te doen ontwerpen.
De heer van de Ven vestigt er de aandacht op dat bij het ontwerpen van een
zoodanig plan wel degelijk overleg gepleegd mag worden met de waterschappen.
De Voorzitter heeft bezwaar tegen de redactie van het voorstel van den
heer Nooder, daar B.en W. zonder crediet de plannen niet kunnen laten voorbe
reiden. Spreker zou de redactie willen wijzigen en dan in dier voege, dat de
Raad B.en V/. in overweging geeft de mogelijkheid te onderzoeken van de voorberei
ding enz. De heer Nooder wil hebben dat B.en W. de zaak nu reeds voorbereiden
en dit acht Spreker niet mogelijk.
De heer Endendijk wijst er op dat de voorbereiding van een rioleeringsplan
al meermalen door den Raad is besproken. Voor het doen van opmetingen ten "behoeve
van een dergelijk plan hebben B.en W. al eenige malen den Raad het benoodigde
gevraagd, doch dit werd telkens door den Raad geweigerd. De noodzakelijkheid