20 April 1936 48.
■bedoelde leden de rekeningscijfers wel hebben geaccepteerd bij de vaststelling
der gem^entebegrooting 1936, maar zij konden niet anders doen, daar zij bij
de behandeling van die begrooting heelemaai neg niets wisten omtrent de reke-
ring 1934. De cijfers moesten toen dus onbewust worden geaccepteerd. Ze waren
niet bekend volgens de rekening, welke den Raad nog niet overgelegd was, Dat
de drie raadsleden geen commissie vormden, is in het voordeel der gemeente
geweest. Thans zijn geen vacatiegelden uitgekeerd. Spreker zegt dat de drie
leden niets hebben tegen den burgemeester als persoon, doch dat het tegen
het stelsel gaat, De burgemeester is steeds welwillend geweest. De Burgemeester
heeft aanvankelijk ook gezegd, dat er nog wel een exemplaar van de beantwoor
ding van B.en H, voor de leden over was, doch de verstrekking van het antwoord
werd door B.en W. geweigerd. Spreker blijft van meening, dat aan het hoofd
der gemeente staat een Raad, en wijst nogmaals op art.143 der Grondwet. Spreker
is het met den Burgemeester eens, dat, wanneer de raadsvergadering uiteen
gaat, de leden van den Raad particulieren zijn. Spreker moet er zijn afkeuring
over uitspreken, dat de rekening van het Grondbedrijf over 192? eerst in 1932
werd behandeld, en die over 1928 eerst in 1933, Dit zijn ongewenschte toestan
den. Bij de woningbouw is alleen al ten opzichte van "Ons Belang" sprake van
een tekort van F.138.OOO,hetwelk door de gemeente betaald moet worden.
Men wil deze zaak laten uitwerken door de Financieele Commissie, maar de leden
hebben te kennen gegeven, dat ze geen ambtenaren zijn. Deze zaak moet in eer
ste instantie door de ambtenaren behandeld worden, als waarna de Commissie
h.~ar meening kan kenbaar maken aan den Raad, die dan moet beslissen. Verder
zegt Spreker, dat het Natuurbad veel geld heeft gekost. Er is een Commissie
van Onderzoek geweest, die de natuurbad-aangelegenheden heeft onderzocht, en
daaromtrent rapport heeft uitgebracht. Dcor de welwillendheid van den Secretaris
heeft Spreker kennis genomen van dit rapport. Er zouden 11 personen gehoord
zijn, en de drie raadsleden hebben inzage van de verbalen gevraagd, doch die
verbalen bestonden niet. Spreker vindt het eigenaardig, dat het tekort op de
exploitatie van het Natuurbad over 1934 ad F.23.247>01 niet bij raadsbesluit
werd gevoteerd. De Raad moet toch immers de gelden voteeren onder goedkeuring
van Gedeputeerde Staten. Dit is niet gebeurd, zoodat hier sprake is van een
omissie. Niemand van de drie raadsleden heeft beweerd dat B.en W, de cijfers
der rekening vervalscht of veranderd hebben, De drie leden willen de rekening
aanvaarden, zooals deze door den Ontvanger is ingediend, plus het nadeelig
saldo van het Grondbedrijf. Met de door B.en W» voorgestelde wijzigingen kunnen
de leden zich niet vereenigen. Spreker wijst op ie groote uitgaven, welke ge
maakt zijn voor autoritten naar Zundert, en Spreker, die weet dat in 1936 ook
nog dergelijke uitgaven zijn gedaan, heeft tot zijn genoegen van den Voorzit
ter vernomen, dat die reizen in de toekomst zijn afgeloopen. Spreker wil den
heer Gasille nog ten aanzien van de vergelijking "ambtenaren en autoriteiten" op
merken, dat in het rapport slechts een voorbeeld is genoemd, en dat het geens
zins de bedoeling van de drie leden was om hierbij den persoon van den heer
Gasille in te schakelen, Het is gebleken, dat een bedrag van F.5,05 is betaald
als contributie van het lidmaatschap van de Nederlandsche Vereeniging Ambtena
ren van den burgerlijken Stand, waaromtrent de drie leden een opmerking hebben
gemaakt. Het gaat niet om het cijfer, m^ar om het beginsel. Spreker meent dat
de gemeente deze uitgaaf niet moet doen. Vragen omtrent den Burgerlijken Stand
enz. worden bovendien kosteloos beantwoord door de redacties van de hij Spre
ker bekende vakbladen, Het is Spreker opgevallen, dat enkele voorname feiten,
welke in het rapport naar voren werden gebracht, niet door B.en W, beantwoord
zijn. In het rapport werd o.a. gewezen op de hooge kosten, welke betaald zijn
voor schilderwerk van borden. B.en W, hebben hierop niet geantwoord. Ook ten
aanzien van de aanbesteding betreffende den wegenaanleg op het Hart en de gun
ning aan Belt enz. is een opmerking gemaakt, welke onbeantwoord gebleven is.
Thans is gebleken, dat na de voleindiging van het werk op het Hart nog een be-