9 September 1937 138c
dat de aanstelling van een capitulant steeds moet geschieden in vasten dienst.
Men moet deze zaak echter niet al te somber inzien. Alhoewel er een zekere
gebondenheid is, behoeft men direct niet te aanvaarden, wat men wil toe
stoppen, Eenige speling is er wel. Spreker denkt hierbij aan de benoeming
van een politie-agent. Men kan hier zser goed een politie-agent uit een an
dere gemeente benoemen, indien evenwel door die benoeming elders een vaca
ture ontstaat, welke door een capitulant bezet moet worden»
De heer Thijssen wil in overweging geven de betrekking van politie
agent van de lijst te schrappen. Men moet zorgen, dat de Burgemeester in
de benoeming van agenten de vrije hand heeft.
De heer Nooder wijst er op, dat door de invoering van het capitulanten-
stelsel wederom een stukje zelfstandigheid van de gemeenten wordt weggeno
men. Spreker vraagt of het niet mogelijk is een verordening vast te stel
len, waarin bepaald wordt, dat het personeel niet direct in vasten dienst
wordt benoemd.
De Voorzitter dankt den heer Thijssen voor diens woorden, maar Spreker
zou toch niet op het aanbod van den heer Thijssen om de functie van politie
agent in de lijst te schrappen, willen ingaan uit vrees, dat de verordening
dan niet goedgekeurd zou worden. Hedenmorgen heeft Spreker deze zaak nog
mot groote aandacht bekeken, vooral wat betreft het laatste punt. Spreker,
die tot de conclusie gekomen is, dat 5„e Verordening ongewijzigd moet worden
aangenomen, zegt voldoende vrijheid to hebben om een hem geschikt lijkend
persoon te benoemen tot politie-agent. Naar aanleiding van de opmerking
van den heer Nooder vraagt Spreker dezen of hij er van overtuigd is, dat
vaststelling van een dergelijke verordening eenige kans van slagen zou heb
ben. Spreker bepleit aanneming van de aangeboden capitulanten-verordening»
De heer Stroband merkt op, dat in een vorige raadsvergadering duide
lijk naar voren is gekomen, dat men bezwaar had tegen hot in vasten dienst
aanstellen van capitulanten. Het was de bedoeling, dat machtiging zou wor
den aangevraagd om capitulanten eerst in tijdelijken dienst aan to stellen.
Spreker vraagt of een dergelijke machtiging is aangevraagd.
Wethouder Gasille zegt dat gebleken is, dat deze machtiging niet to
bekomen is. De benoeming van capitulanten is definitief»
De heer van Breukelen verklaart zich tegen aanneming der verordening.
De verordening wordt hierna met 8 tegen 6 stemmen aangenomen. Tegen
stemden de heeren van Breukelen, Hornsveld, Helmus, van don Berg, Nooder
en Hilhorst.
143. BELASTINGEN (4e afd.no.1956).
Vaststelling van verordeningen op de heffing en invordering van be
smettelijke ziektengelden.
Bij schrijven van B.en W. dd. 10 Augustus 1937 j no.1956 worden boven
bedoelde nieuwe verordeningen ter vaststelling aangeboden. Slechts op hot
punt van den grondslag der heffing, waarvoor instedo van het belastbaar in
komen de vermengd.e hoofdsom is gekozen, wijkt het aangeboden ontwerp der
nieuwe heffingsverordening van de thans nog van kracht zijnde verordening
af. De nieuwe invord.eringsverordening komt in hoofdzaak met de bestaande
invorderingsverordening overeen. Het in de heffingsverordening opgenomen
tarief is gelijk aan een door den desbetreffenden Minister als leidraad
aangegeven schema van de percentsgewijze berekening van de te verhalen kos
ten.
Bedoelde verordeningen worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelij
ke stemming vastgesteld.
144. BELASTINGEN (4e afd.no.4777)
Voorstel tot wijziging van do verordening op de heffing van rechten
voor het ophalen van asch en vuilnis.
Blijkens schrijven van B.en W. dd. 2 Sopt.1937 no.4777 zijn de voorge
stelde