2 December 1937 184. De Voorzitter zegt dat de heer Helmus niet geluisterd heeft naar het gezegde van den heer Endendijk, Laatstgenoemde heeft wel degelijk gezegd, het dat de belangen der politie in/Georganiseerd Overleg ter sprake zijn gebracht, en dat daarna met het voorstel accoord werd gegaan, In het Georganiseerd Overleg zijn in dit opzicht besprekingen gevoerd en de bezwaren werden ont zenuwd. De heer Helmus wil toch nog even opmerken, dat de heer Endendijk in de raadsvergadering niet heeft gezegd, dat in het Georganiseerd Overleg is ge zegd, dat de promotiekansen voor de agenten zijn weggenomen. De Voorzitter vraagt wat door den heer Helmus bedoeld wordt indien hij zegt dat de organisaties zeker met andere voorstellen zouden zijn gekomen. Men kan nu toch achteraf niet beweren, dat het Georganiseerd Overleg iets over het hoofd heeft gezien. Spreker heeft dan ook ernstig bezwaar tegen het door den heer Helmus gezegde, ELk advies zou men alsdan terzijde kunnen leg gen. De heer Hom heeft uit het betoog van den heer Nooder vernomen, dat door dezen voorgesteld wordt, dat er 11 agenten zullen zijn, hetgeen bij verge lijking van het voorstel van B„en W. een vermindering beteekent van 3 agenten. Voorts zou er 1 agent minder zijn dan thans het geval is, il meerdere malen heeft Spreker verzocht, dat des Zondags bij het aan- en uitgaan der R.K.ker- ken in verband met het drukke verkeer op den Rijksweg een agent aanwezig is, doch steeds werd gezegd, dat zulks niet mogelijk was, omdat er te weinig agenten zijn. Meermalen hebben zich ongelukken voorgedaan, en Spreker hoopt dan ook, dat de Voorzitter, zoodra hij meerdere agenten heeft, hieraan zijn aandacht zal schenken. De heer van den Berg vraagt of er geen gevaar bestaat, dat de beste krachten van het politiecorps naar elders zullen gaan vertrekken wanneer er geen promotiekansen zijn- Steeds wisselende krachten zijn wellicht niet go- wenscht. Spreker wijst er ook nog op, dat meer politietoezicht noodig is, o.a» bij de kruising Rademaker straat, en wel op tijden, dat de aan het Vlieg kamp verhonden personen naar huis gaan. Wethouder Gasille wijst er op, dat men de gemeente moet beschouwen in haar werkelijken toestand, De bevolking neemt steeds toe, evenals het ver keer op de twee belangrijke hoofdverkeerswegen te Soest en te Soesterberg. Bij het verkeer moet vaak regelend worden opgetreden, en zulks is niet al tijd mogelijk in verband met het betrekkelijk gering aantal agenten. Een be zuiniging te dezer zake is van alle kanten bekeken, doch na bespreking in de vergadering van B„en W, is Spreker gaarne meegegaan met het voorstel van het hoofd van politie0 Spreker zegt vervolgens, dat de organisatie der poli tie in omliggende gemeenten veel uitgebreider isc B,enW„ zijn dan zelfs met hun voorstel nog aan den zuinigen kant» De heer Nooder heeft het voorstel gedaan om deze zaak thans van de agenda af te voeren, doch de Voorzitter heeft terecht opgemerkt, dat er momenteel alle gelegenheid is om een en an der te bespreken,- Bovendien hebben de leden der Financieele Commissie, waar onder ook de heer Nooder, extra gelegenheid gehad die zaak met den Burgemees ter in een vergadering dier Commissie te bespreken. Langer dan 1-g- uur is hierover in die vergadering gesproken, en Spreker kan dan ook niet begrijpen, welke redenen er zijn om deze aangelegenheid voor verdere bespreking aan te houden. Het is in het belang der gemeente, dat dit voorstel thans wordt aan genomen, opdat het besluit zoo spoedig mogelijk uitgevoerd kan worden. De heer van Klooster deelt mede, dat hij het volkomen eens is met het voorstel van B.en W< daar hij ervan overtuigd is, dat deze zaak van alle kanten bekeken is.. Spreker is het niet eens met Wethouder Gasille om na.ar andore gemeenten te kijken, want "Soest is Soest". De heer Thijssen zegt dat hij met bijzondere aandacht het gezegde van de hoeren Nooder en Gasille heeft gevolgd.» Spreker zegt dat de hofhouding der

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1937 | | pagina 368