IC Februari 1937 21, stellen Zonder hoofdelijke stemming vereenigt de Raad zich met deze vischverstrek- king, 30 RONDVRAAG De heer Thijssen vraagt hoe het staat met de verstrekking van melk aan schoolgaande kinderen. Voorts vraagt Spreker wanneer als uitvloeisel van het in de raadsvergadering van 29 Juni 1936 genomen besluit een vergadering in comité- generaal zal worden gehouden omtrent de bespreking inzake het bezihkingsreser- voir te Soesterberg. Wethouder Gasille deelt mede dat Maatschappelijk Hulpbetoon niet tot bedoelde meikverstrekking kan overgaan, aangezien het niet in strijd kan handelen met de Leerplichtwet, Spreker heeftfdeze aangelegenheid net den Voorzitter van Maatschap pelijk Hulpbetoon besproken en dien in overweging gegeven dat Maatschappelijk Hulpbetoon zich in verbinding stelt met de hoofden der scholen om na te gaan of er ook kinderen zijn, die in aanmerking komen voor melkverstrekking vanwege Maat schappelijk Hulpbetoon. Genoemde Voorzitter zou die zaak regelen. De heer van den Berg zegt te kunnen mededeelen dat Maatschappelijk Hulpbe toon aandacht aan deze zaak heeft geschonken. Den doctoren is verzocht een opga ve te verstrekken van kinderen, die melk noodig hebben en het is de bedoeling om deze aangelegenheid zoo ruim mogelijk op te zetten. De heer Thijssen zegt nog dat deze zaak niets heeft te maken met de Leer plichtwet. Een andere wijze van behandeling moet in toepassing worden gebracht. Ook art.2 der Armenwet heeft hiermede niets te maken, doch wel art.27 dier Wet, Spreker betreurt het dat deze zaak nog niet haar beslag heeft gekregen. Op 24 MssL 1936 is men er al mee begonnen, en sedert dien tijd is o.a. ook in den Haag de melkverstrekking ter hand genomen. De heer van Breukelen vraagt of het juist is dat menschen, die bij de werk verschaffing geplaatst zijn, thans te werk zijn gesteld hij de plantsoenen. Zulks zoude in strijd zijn met de desbetreifende voorschriften. Wethouder de Bruijn zegt een onderzoek toe. De heer Hilhorst vraagt of het juist is dat voor verbreeding van de Middel wijkstraat grond en zelfs verharding is aangeboden. Van deze aanbieding zou geen gebruik gemaakt zijn. De heer Helmus wijst er op dat de Minister van Sociale Zaken onder dagtee- kening van 24 Dec.1936 een circulaire aan de gemeentebesturen heeft gezonden in- zake instelling van een Commissie voor het jeugdwerkloozenvraagstuk. Spreker hoopt dat B.en W. aan deze circulaire gevolg zullen geven, aangezien een derge lijke Commissie ook in onze gemeente van belang kan zijn. Verder verzoekt Spreker aan B.en om zoo zuinig mogelijk te zijn met materiaal. Zoo liggen nog steeds aan den Krommeweg trottoirbanden, welke ex niet beter op worden. De materialen dienen tijdig verwerkt te worden, Wethouder de Bruijn zegt dat die trottoirbanden destijds ter plaatse zijn aangevoerd om verwerkt te worden. Het moet den Raad wel bekend zijn waarom de verbetering der trottoirs tot dusver niet verder uitgevoerd kon worden. De heer Nooder wijst er op dat de BateriburgLaan de hartader van Soesterberg is, en tevens een toegangsweg is tot het vliegkamp. Deze weg verkeert niet in de beste conditie, zoodat Spreker verbetering verzoekt. Verder vraagt Spreker hoe het staat met het te bouwen urinoir op het parkeerterrein te Soesterberg. Wethouder de Bruijn deelt mode dat het desbetreffend plan door de Schoon heidscommissie is goedgekeurd en dat eerstdaags tot den bouw kan worden overge gaan. De heer Hornsveld vraagt of er geen klachten zijn ingekomen omtrent den op haaldienst van asch en vuilnis. Het personeel gaat ruw om met het ledigen der vuilnisemmers, als gevolg waarvan veel emmers worden beschadigd. De Voorzitter zegt een onderzoek toe. De heer Hornsveld vraagt voorts hoe het staat met de plannen inzake verbree- /volgens art.2 der Armenwet 4 Maart Bovenstaande toevoeging en wijziging goedgekeurd ding De Secr.De Voorz.,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1937 | | pagina 42