24 Maart 1937 30.
voor versiering.
De heer Hilhorst wil het aangevraagde crediet ad f,300,niet toestaan,
tenzij de f«300,als extra-uitkeering voor de werkloozen wordt goedgekeurd,
Spreker "blijft staan op zijn standpunt, hetwelk hij in de vorige vergadering
te dezer zake heeft ontwikkeld,
De Voorzitter zegt dat deze twee zaken geen verband met elkander houden.
Het crediet voor uitkeering aan werkloozen behoeft de goedkeuring van de be
trokken Ministers, terwijl zulks niet het geval is met het crediet voor ver
siering.
De heer van de Ven is tegen hvt toestaan van een crediet van f,300,t Spr
ker meent dat wel een eenvoudige straatversiering vanaf de spoorboomen tot het
kantoor van den Ontvanger kan worden aangebracht, waarvan de kosten voor de ge
meente niet hooger behoeven te zijn dan f,50,Een versiering van het Raad
huis kan wei achterwege worden gelaten,
De Voorzitter meent dat, wanneer men aldus handelt, zulks niet zou zijn
overeenkomstig den wensch der gemeentenaren. Ook tegenover het Koninklijk Raar,
dat vóór het Raadhuis toegesproken zal worden, is versiering van het Raadhuis
noodig. Naar Sprekers inzicht zou het stellig alle inwoners hinderen, indien
het Raadhuis niet werd versierd,
De heer van de Ven, die een andere meening toegedaan is, meent dat alleen
verlichting van het Raadhuis, zooals deze onlangs heeft plaats gehad, voldoen
de is,
De Voorzitter blijkt van oordeel dat versiering noodig is. De begrooting
is zoo krap mogelijk opgezet. Eerst gaf de door Gemeentewerken opgemaakte be
grooting een bedrag aan van f,800,welk bedrag later is teruggebracht tot
op f.500,Op dit bedrag is nogmaals geschrapt, en Spreker zegt dat zoo zui
nig mogelijk gehandeld zal. worden.
De heer Stroband vindt een bedrag van f,300,te hoog, Een bedrag ad
f.50,voor versiering acht Spreker voldoende, daar men in aanmerking moet ne
men, dat het benoodigde groen uit de bosschen betrokken kan worden, terwijl
het werk uitgevoerd kan worden door eigen werklieden, en met voorradig zijnde
materialen. Er behoeft dus geen extra-arbeidsloon uitgekeerd te worden.
De heer ïhijssen vestigt er de aandacht op dat de meerderheid der Financi
eel e Commissie geadviseerd heeft het aangevraagde bedrag ad f.300,niet toe
te staan.
De Voorzitter zegt dat bedoelde Commissie met 3 tegen 2 stemmen afwijzend
geadviseerd heeft.
De heer Hom vraagt hoeveel de verlichting en versiering van het Raadhuis
heeft gekost tijdens het huwelijk van het Prinselijk Paar.
De Voorzitter zegt dat hij dit zo - maar niet kan mededeelen, aangezien
hem de juiste cijfers niet bekend zijn.
Wethouder de Bruijn zegt nog dat men nu toch niet eenzelfde versiering kat,,
aanbrengen als onlangs. Bovendien zijn de toen gebruikte groene slingers niet
meer aanwezig.
De heer Nooder zegt dat hij den indruk had dat zij, die buitengewoon
enthousiast waren bij het huwelijk van het Prinselijk Paar wel direct bereid
waren het thans aangeboden voorstel van B.en W. te accepteeren. Men kan voorts
wel lang over deze zaak spreken, doch als men besluit het crediet toe te staan,
dan wordt dit eigenlijk door het Rijk betaald, omdat Soest noodlijdend is. Wan
neer het Rijk geen bezwaar heeft tegen deze uitgave, dan behoeft de gemeente
ook geen bezwaren te hebben.
De heer Stroband wijst er nog op dat in de Financieele Commissie het voor
stel werd gedaan dat de noodige gelden door de raadsleden uit eigen zak werden
betaald. Dit voorstel pleit voldoende voor de Koningsgezindheid.
De heer Endendijk zegt dat een ieder niet in staat is een bijdrage te ge
ven en dat het niet aangaat te beschikken over de gelden van hen, die men tot
het doen van een bijdrage zou verplichten, als raadsleden en ambtenaren. Voorts
moet