3 Februari 1938 9»
zijn. Deze zaak komt dan in de volgende vergadering van den Raad aan de orde
en Spreker hoopt, dat de Raad zich dan met de crediet-aanvrage kan vereeni
gen, als waarna een gedeelte van den Rijksweg in behoorlijken toestand kan
worden gebracht.
De heer Zijlstra vraagt ter verduidelijking of de Rijksbijdrage toege
kend is per strekkend en Meter dan wel per M2.
Wethouder de Bruijn zegt dat deze geldt per strekkenden meter.
De heer Zijlstra wijst er nog op, dat het pad. niet overal dezelfde breed
te zal verkrijgen.
De heer Hornsveld zegt dat" het wel noodig zal zijn boomen te rooien.
Spreker acht dit geen bezwaar, daar vele boomen in ouden toestand verkeeren.
Men zal alsdan hier en daar parkeerplaatsen voor auto's kunnen aanbrengen.
Wethouder de Bruijn zegt dat de Hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat
geen bezwaar heeft tegen het rooien van boomen, welke door den aariLeg van het
pad in het gedrang zouden komen.
10. RONDVRAAG»
De heer Helmus deelt mede, dat de bewoners van dé Bouwvereeniging "Goed
Wonen" aanbrenging van een lichtpunt op ''en hoek van den Koekoelcsweg nabij
de Beetzlaan hebben aangevraagd. Op dit verzoek is door B.en W» afwijzend be
schikt, aangezien het B.en W. gebleken was, dat de verlichting werd aange
vraagd" ten behoeve van den achteruitgang der perceelen. Spreker is van oor
deel, dat aanbrenging van een lichtpunt ter plaatse wel noodzakelijk is. Zulks
kan gevoegelijk geschieden door verplaatsing van een lichtpunt. De bewoners
van de perceelen, gelegen in het midden van het complex woningen, moeten rneesta
gebruik maken van den achteruitgang"der perceelen, zoodat aanbrenging van ee-
nige verlichting alleszins te verdedigen is.
Wethouder de Bruijn zegt dat B.en W. het niet wenschelijk vonden om ver
lichting te doen aanbrengen ten behoeve van de achterzijde van de huispercee-
len, daar"de bewoners zelf Hébben medegedeeld, dat de verlichting voor die
achterzijde aangevraagd werd. Spreker zal in het voorjaar nagaan op welke
plaatsen in de gemeente verbetering van straatverlichting noodzakelijk is,
en "dan zal Spreker ook op de door den heer Helmus bedoelde plaats een nader
onderzoek instellen.
De heer Nooder vraagt hoe het staat met de urinoirs op het parkeerter
rein te Soesterberg. Er zijn thans reeds 2 jaren verloopen van den huurter
mijn van het parkeerterrein en nog steeds zijn geen urinoirs tot stand ge
bracht, Wanneer het Departement van Defensie zulke ernstige bezwaren heeft,
dan zou Spreker de urinoirs ondergronds willen maken.
wethouder de Bruijn deelt mede dat hij te dezer zake plm.14 dagen gele
den een conferentie heeft gehad met Generaal Raaijmakers en dat overeenstem
ming aangaande de plaats van stichting der urinoirs is bereikt. Er moet nog
een nadere bespreking plaats hebben met den Chef van het radio-station der
Luchtvaartafdeeling, doch spoedig zal een aanvang met de plaatsing der uri
noirs worden gemaakt.
De heer van de Ven zegt met verwijzing naar blz. 199 der notulen van de
vergadering van 21 December 1937» lat den Raad nog voorstellen zouden berei
ken aangaande de verbetering der woningen van "Ons Belang", Spreker heeft nu
gemerkt, dat de aanbesteding ''er uit te voeren v/erkzaaroheden reeds heeft
plaats gehad, zonder dat de Raad daaromtrent een definitief besluit heeft ge
nomen. Spreker acht dit onjuist.
De Voorzitter, die dit toegeeft, zegt dat deze zaak den Raad in zijne
eerstvolgende vergadering ter behandeling zal worden voorgelegd..
De heer van de Ven zegt voorts, dat in Se plaatselijke bladen vrij scher
pe artikelen hebben gestaan over den toestand van de Vredehofstraat, welke
straat spoedige verbreeding eischt."Spreker vraagt of de Burgemeester zijn
slanke schouders eens wil zetten onder deze zaak, opdat dan eindelijk eens