7 September 1938 109.
geven in voormeld prae-advies, hetwelk als bijlage aan het besluit is toege
voegd.
De heer Thijssen zegt dat hij met groot genoegen het voorstel van B.en
W.waarin op scherpe wijze stelling wordt genomen tegen de door Gedeputeer
de Staten voorgestelde grenswijziging, heeft gelezen. Sprekers oordeel omtrent
deze aangelegenheid is precies hetzelfde als de zienswijze van B.en W, Spre
ker meent evenwel, dat het van zeer groot belang is, dat aan het die turn van
het besluit nog wat wordt toegevoegd, en wel dat de raadsleden individueel
tegen bedoelde grenswijziging zijn. De zaak, zooals die uiteen is gezet in
het prae-advies van B.en staat keurig op pooten, doch waar naar alle waar
schijnlijkheid aan te nemen is, dat alle leden met het voorstel van B.en
zullen meegaan, acht Spreker het gewenscht, dat zulks ook uit het raadsbe
sluit blijkt. Dit is van het grootste "belang omdat dit dan onder de oogen
komt van den Minister en de leden der Staten-Generaal. Het dictum van het be
sluit dient dus aangevuld te worden, waarvoor dan een hoofdelijke stemming
omtrent het voorstel van B.en dient vooraf te gaan. De Commissie uit de
ingezetenen zou dan op gelijke wijze het dictum van haar te nemen besluit
kunnen aanvullen. De Raad dient zich in krachtiger bewoordingen tegen de voor
genomen grenswijziging uit te spreken. Spreker wil B.en f, machtigen de re
dactie van het besluit dienovereenkomstig te wijzigen, -uit welke wijziging
moet blijken, dat alle leden individueel volledig accoord gaan met de ziens
wijze van Burgemeester en Wethouders.
De Voorzitter vraagt een nadere verklaring omtrent het gezegde van den
heer Thijssen. Wil de heer Thijssen in het "besluit tot uitdrukking laten ko
men, dat alle leden individueel op het standpunt van B.en staan?
De heer Thijssen zegt dat hij in het besluit duidelijk wil doen uitko
men, dat de Raad bij stemming heeft uitgemaakt, dat alle leden het volkomen
eens zijn met B.en f,, opdat de Regeering de overtuiging zal verkrijgen, dat
de gemeente Soest het bedoelde grondgebied wil behouden.
De Voorzitter zegt dat hij niet zoo'n breede kloof ziet tusschen de ge
dachte van den heer Thijssen en het ontwerp-besluitbehoorende bij het prae-
advies van B.en W. Spreker acht de door den heer Thijssen voorgestelde toe
voeging overbodig, en ontraadt daarom aanneming van diens voorstel» Spreker
meent dat een dergelijke toevoeging geen versterking beteekent. De Raad kan
toch altijd later nog zijn meening nader kenbaar maken door middel van zijn
gemachtigde(n) ter openbare zitting van Gedeputeerde Staten.
De heer ïïooder meent dat de heer Thijssen veel woorden heeft gebruikt,
doch dat deze niet gezegd heeft wat hij eigenlijk bedoelde» Spreker zegt dat,
wanneer hij als Voorzitter van een ambtenarengerecht zou moeten optreden en
in het onderhavige geval een uitspraak zou moeten doen, dit voor hem niet
moeilijk zou zijn-. Spreker is het volkomen eens met B.en W.dat bij deze
grensverandering geen enkel redelijk belang is betrokken. Het argument aange
haald in het prae-advies van B.en voor wat betreft de historie, speelt
voor Spreker geen groote rol, doch de geheele opzet van het plan van Amers
foort keurt Spreker ten zeerste af. De manier van optreden van Amersfoort
en van Gedeputeerde Staten geeft Spreker den indruk, dat men verlangt dat iets
moet gebeuren. Goede argumenten, zoowel van de zijde van Amersfoort als van
Gedeputeerde Staten zijn niet aangetoond. Dat Amersfoort particuliere gron
den in Soest heeft aangekocht met een vooropgezet doelvindt Spreker minder
behoorlijk, en het is dan ook treurig, dat Gedeputeerde Staten daaraan hunne
medewerking hebben verleend. Hu het uitbreidingsplan in onze gemeente in hoog
ste instantie is goedgekeurd, ligt daarin opgesloten, dat ook Soest plannen
heeft om een bepaald gedeelte der gemeente te bestemmen tot industrieterrein.
Bij aanneming van het wetsontwerp zou de levensvatbaarheid voor industrie in
onze gemeente uit handen worden genomen, en men zou alsdan voor moeilijkheden
komen te staan indien er aanvragen om industrieterrein zouden inkomen. Haar