29 September 1938 116. De Voorzitter ie van oordeel, dat de adresseerende organisaties een. schrij ven, inhoudende adhaesiebetuiging wel zullen waardeeren, doch dat die wijze van adhaesiebetuiging de organisaties overigens geheel koud zal laten. Het is dus de bedoeling van den heer Thijssen, dat aan de organisaties wordt be richt, dat de Raad instemming betuigt met het adres. Een deigelijke wijze van adhaesie-betuiging gaat eigenlijk langs de bedoeling /an adressanten heen. Alsdan wordt immers niet gehandeld overeenkomstig hun verlangen. De heer Thijssen zegt dat hij het eens is met het standpunt van B.en W. dat ten aanzien van het adres niet aan de Regeering adhaesie moet worden be tuigd, doch dat aan de Onderwijzersorganisaties een adhaesiebetuiging dient te worden gezonden. De organisaties kunnen dan met die adhaesie-betuiging doen wat ze willen. Zoonoodig kunnen zij die adhaesiebetuiging aan de Regee ring overleggen. De heer van den Berg is van meening, dat deze aangelegenheid ook van groot belang is voor de kinderen van de middenstanders. In de toekomst wordt veel gevraagd van de kinderen van de middenstanders, zoodat een goed school onderricht een vereischte is. opreker is van oordeel, dat hoe kleiner de klas sen zijn, hoe meer zulks het onderwijs ten goede komt. Voorts wijst Spreker er op, dat bij een verlaging der leerlingenschalen wordt bereikt, dat er meer werklooze onderwijzers te werk kunnen worden gesteld. Spreker zegt dat de Raad geenerlei dwang op de Regeering uitoefent door adhaesie te betuigen aan het adres, doch dat slechts een verklaring wordt afgelegd, dat met het adres wordt ingestemd. De heer Zijlstra zegt dat het bij hem niet gaat om den inhoud van het adres, doch om de vraag of het juist is, dat het Gemeentebestuur dient aan te dringen op verlaging der leerlingenschalen, Spreker meent dat zulks niet op den weg der gemeente ligt. De vraag of geld beschikbaar is voor verlaging der leerlingen schal en is niet aan den Raad, doch aan de Regeering, Spreker kan meegaan met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter brengt in herinnering, dat de heer Hooder heeft beweerd dat de gemeenteraad beter omtrent deze zaken kan oordeelen, dan de Regeering, daar de Ministers moeten afgaan op hun adviseurs. Spreker meent dat in de uitdrukking van den heer Eooder een gevaar ligt opgesloten. Immers hieruit kan worden afgeleid, dat de Minister niet op de hoogte is daar hij afhanke lijk is van zijn adviseurs. Spreker is evenwel van oordeel dat men met behulp van bekwame adviseurs zeer goed kan worden voorgelicht. Ook B.en W» worden meermalen voorgelicht, en goede voorlichting is steeds te waardeeren. Door den heer Hooder is voorts gesproken over groote klassen, doch heeft de heer Hooder daaromtrent in 't algemeen gesproken of had zulks betrekking op Soest? De heer Hooder zegt dat hij in het algemeen heeft gesprokene De Voorzitter meent dat de Raad tot taak heeft de belangen van Soest te behartigen en dat men niet moet treden in hetgeen een algemeen rijksbelang is, hetwelk huiten de competentie van den R^nd valt. Het te dezer zake door den heer Hooder naar voren gebrachte standpunt is derhalve huiten de orde. Spreker, die het er ongetwijfeld mede eens is, dat kleinere klassen veel beter resultaat voor het onderwijs opleveren dan grootere klassen, betreurt het, dat er leden zijn, die de medaille slechts van één zijde bezien. De andere zijde van de medaille, n.1. de financieele zijde, bekijken zij niet. Wanneer men de Rijksbegrooting 1939 beziet, dan komt men wel tot een andere conclu sie. Spreker onderschrijft volkomen, dat het jammer is, dat de klassen zoo groot zijn, doch Spreker heeft de overtuiging, dat de Regeering wel alles zou doen om hierin verbetering aan te brengen wanneer de financieele omstandig heden van het Rijk zulks zouden toelaten. De heer Thijssen deed een voorstel, hetwelk Spreker niet zoo dadelijk zou willen aanvaarden. De heer Thijssen ziet n.1. de kool en de geit, welke hij allebei wil sparen. De Onderwijzers-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1938 | | pagina 230