29 September 1930 130, Wethouder Gasille deelt mede, dat de heer van de Yen bij de behandeling van het voorstel van B.en W. inzake het aangaan eener grondruiling met de N.V.Heidebloesem, in Maart j,l. aan Spreker heeft gevraagd of niet de moge lijkheid bestond om weg 143» opgenomen in bedoelde ruiling, te doen verval len, m.a.w. af te zien van een verharding van dien weg. Deze vraag heeft Spreker met den heer Kuijer, Directeur van de N.V. Heidebloesera besproken, en v/el in dier voege, dat de verharding achterwege zou worden gelaten. De heer Kuijer kon hier absoluut niet mee instemmen,. Hier is sprake van een oud recht der N.V.Heidebloesem om dien weg aangelegd te krijgen, van welk recht zij geen afstand wenscht te doen. In de raadsvergadering van Mei j.1. heeft de heer van de Ven aan Spreker gevraagd of te dezer zake iets bekend was. Spreker heeft die vraag toen misschien ten onrechte verkeerd begrepen, daar Spreker eigenlijk geen antwoord op die vraag heeft gegeven. Spreker zei al leen dat het betreffende raadsbesluit bij Gedeputeerde Staten berustte en dat dit nog niet goedgekeurd was. Het spijt Spreker dat de heer van de Ven toen direct geen antwoord van Spreker kreeg. Spreker herhaalt nog eens dat de heer Kuijer niet van verharding van dien weg, welke in 1939 zal moeten plaats hebben, wil afzien. De heer Hom heeft inmiddels de vergadering verlaten. De heer van de Ven merkt op dat het natuurschoon dus niet meer was te redden, daar men voor een fait accompli stond. De heer van Breukelen wijst er op dat eenige jaren geleden een aanvang werd gemaakt met het opknappen van trottoirs langs onderscheidene wegen, waarvoor verschillende dankbetuigingen van inwoners inkwamen. Ook thans zijn weer trottoirs opgeknapt, doch nu komen er veel klachten binnen en wel omdat de menschen teer aan de schoenen krijgen en in huis medebrengen. Spreker vraagt of men nu soms een andere werkwijze volgt dan verleden jaar, toen geen klachten geuit werden. Wethouder de Bruijn deelt mede, dat in vorige jaren inderdaad een andere werkwijze werd gevolgd. Volgens de vorige werkwijze werd het materiaal op de werf gemengd en daarna naar de plaats van bestemming ter verwerking gebracht. Thans wordt ander materiaal gebruikt, dat 50% goedkoop er, en beter is. Zulks is van groot belang, daar hoogere instanties nauwlettend toezien op den post materialen. Dit materiaal wordt op de plaats van bestemming verwerkt. Spreker zegt dat de ingediende klachten van voorbij gaanden aard zijn, aangezien slechts één dag sprake is van eenige stagnatie, welke niet te ondervangen is. Spreker zegt dat het materiaal voortaan ook koud verwerkt kan worden, zoodat dus gedurende den géheelen winter doorgewerkt kan worden. Spreker deelt vooits nog mede, dat de Regeering thans den aankoop van een faecaliënwagen heeft goedgekeurd, zoodat spoedig tot aanschaffing daarvan kan worden overgegaan. Spreker heeft reeds prijsopgave gevraagd en te dezer zake aal Spreker binnen kort het advies der Commissie Openbare Werken vragen. Voorts deelt Spreker mede, dat in den loop van het jaar verschillende nieuwe lichtpunten langs de wegen zijn aangevraagde Nu hoogere instanties geen bezwaar hebben tegen het daarvoor uitgetrokken crediet, heeft Spreker omtrent het aanbrengen van lichtpunten overleg gepleegd met de P.U.E.M.met het gevolg dat binnenkort aan de ingekomen verzoeken om uithreiding der straatverlichting zal worden voldaan. De heer van de Ven vraagt of nu ook een lichtpunt aan de Van Lenneplaan zal worden aangebracht, zulks in verband met een destijds ingekomen verzoek. Wethouder de Bruijn antwoordt hierop bevestigend. De Voorzitter deelt den heer Grift mede, dat bij particuliere werkver schaffingen het toezicht bij de Heide-Maatschappij berust, doch dat de ge meente zeggenschap heeft. Naar de door den heer Grift bedoelde klacht werd reeds een onderzoek ingesteld, waarbij is gebleken, dat er inderdaad schuil plaatsen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1938 | | pagina 258