22 December 1936 171,
De post wordt hierna vastgesteld,
Volgno.375. Subsidie aan de Soester Natuurwaoht,
De heer Nooder spreekt er zijn voldoening over uit dat gehoor is gegeven
aan zijn indertijd gedaan voorstel om een bedrag van f.50*als subsidie
uit te trekken.
De post wordt vastgesteld.
Hierna wordt de verdere behandeling der begrooting geschorst en aan de
orde gesteld punt 23 der agenda*
204. HEGLEMENT VAN ORDE (le afd»no,5263).
Wijziging van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van den Raad,
In de raadsvergadering van 13 Nov.j.1. werd een door 7 raadsleden inge
diend voorstel, strekkende tot wijziging van het Reglement van Orde voor de
vergaderingen van den Raad, in handen gesteld van een Commissie ad hoe, be
staande uit den Voorzitter en de leden der Commissie voor de Strafverorde
ningen. Blijkens mededeeling van den Voorzitter der Commissie hebben 2 leden
zich uitgesproken voor de voorgestelde wijziging van art.6, terwijl de 2 an
dere leden zich daartegen verklaarden. De leden der Commissie kunnen zich er
allen mede vereenigen dat de wijziging van dit artikel reeds in de eerstvol
gende raadsvergadering aan de orde zal worden gesteld. De voorgestelde wijzi
ging van de artikelen 15 en 41 is door de Commissie voorloopig aangehouden»
De heer Endendijk biedt zijn verontschuldiging aan voor de omstandigheid
dat hij niet tijdig ter vergadering is verschenen. Spreker dacht n.1, dat
eerst punt 22 der agenda (begrooting 1939afgehandeld zou worden, en dat
daarna het thans in bespreking zijnde punt behandeld zou worden. Spreker
wenscht dan allereerst zijn hartelijken dank uit te spreken voor het feit dat
de Commissie ad hoe getracht heeft tot een oplossing te komen en dat deze
Commissie naar aanleiding van het dringend verzoek van Spreker bereid was om
deze reglementswijziging te behandelen. Tenslotte dankt Spreker den heer Hil-
horst voor diens aan den Voorzitter gedaan verzoek om de reglementswijziging nu
reeds te behandelen. Spreker zegt dan vervolgens dat hij kan begrijpen, dat
er leden zijn, die het spijt dat het voorstel tot reglementswijziging is ge
komen. Spreker heeft reeds in de betrokken Commissie stemmen beluisterd, waar
mede hij het niet eens is. Het uitgangspunt der hier docr Spreker bedoelde
personen is geheel onjuist, hetgeen Spreker hoopt te kunnen aantoonen. Als
men spreekt van een overheidsgebed, dan dient men in aai merking te nemen, dat
een regeer-college wordt beheerscht door het principe, waarvan men uitgaat. Br
is verschil van meening over het principe, doch het is een niet te ontkennen
feit, dat de laatste jaren een zeer sterke kentering is gekomen in het uit
dragen van de principes. In dit verband wijst Spreker op de pertinente uit
spraken, welke gedurende den Xaatsten tijd zijn gedaan bij de herdenking van
het regeeringsjubileum vanïï.M.de Koningin. Tien zijn namens het geheele volk
door de Voorzitters der beide Kamers der St at en-Generaalen o-.a. ook door
den Commissaris der Koningin in de provincie Eriesland namens alle Commissa
rissen uitspraken gedaan omtrent de opvatting van ons Volk, Er is wel dege
lijk sprake van een kentering en te dezer zake is ook een uitspraak gedaan door
het V, D.Kamerlid Bierens. Het is niet te ontkennen dat ons Volk een Christe
lijke natie is» Voor 50 jaren geleden werd dat niet erkend. Thans is echter
uitgesproken, dat ons Volk geregeerd wordt bij de gratie Godsj dit is een
vaststaand, algemeen erkend principe. Onze Regeering wordt dus beheerscht
door de gratie Gods, Wij hebben hier een Raad, die ook regeert bij de gratie
Gods. Wanneer men dat niet erkent, dan is daarvan de logische consequentie
dat men dient te bedanken als raadslid of dat man zich niet beschikbaar stelt
als raadslid. Spreker zegt dit om de zaak zoo zuiver mogelijk te stellen» Nu
kan men zich afvragen, moet de Voorzitter van den Raad, wanneer deze nu eens
een athei'st zou zijn, toch een gebed uitspreken. Spreker antwoordt hierop
volmondig