22 December 19 38 -175» contaet te zoeken met God. In de kerk bidt men, maar niet in een vergaderzaal, waar men elkander soms verwijten doet. Men dient niet in strijd te handelen met de heili^ieid van het gebed» de grootste minderheid is tegen het ingediende voorstel. Mocht dit voorstel echter worden aangenomen, dan zal er bij de min derheid een voortdurend gevoel van wrok "blijven bestaan. Spreker dringt er op aan dat het voorstel wordt teruggenomen en wel in het belang van den arbeid var den Raad, Wethouder Gasille zegt dat hij het in hooge mate betreurt dat dit voor stel is gekomen* de voorstelling van zaken, door den heer Endendijk gegeven, dat de Raad bij de gratie Gois regeert, heeft Spreker nooit vernomen, B,M. de Koningin regeert alleen bij de gratie Gods» Spreker, die er op wijst, dat een ieder tot lid van den Raad kan worden gekozen, is van meening, dat hier spra ke is van een gewrongen voorstelling van zaken, de heer Endendijk heeft het z,g. stil gebed een bespotting genoemd voor het geheele land. Het stil gebed, dat destijds op voorstel van Spreker ia ingevoerd, bestaat reeds 10 jaren, en Spreker vraagt zich af of de zaken in die jaren zooveel slechter zijn gegaan dan vroeger. Alle leden hebben in die jaren hun best gedaan om de zaken naar behooren te behartigen. Een officieel gebed zou in de vergadering moeilijkhe den opleveren indien er b.v» een Israëliet in den Raad zou zijn, daar deze bij het gebed zijn hoed zou moeten opzetten. Spreker zegt voorts dat hij in de ver gadering bij dit gebed van de Roomsch Katholieke leden nimmer het slaan van eer kruis heeft waargenomen» Spreker vindt het zeer jammer, dat dit voorstel is gekomen, en vraagt of de minderheid dan altijd verdraagzaam moet zijn. Spreker noemt het opleggen van een formulier-gebed machtsmisbruik en dwang, In de pro vincie Noord-Brabant wordt in bijna geen enkelen gemeenteraad een officieel gebed uitgesproken. Het strijdt tegen Sprekers gevoel voor recht, dat hier in den Raad namens en voor hem zal worden gebeden. Het is hier niet een par tij-onderwerp, maar een zuiver iets van het geloof, hetwelk men buiten den Raad moet laten» Als Spreker bidden wil, dan doet hij dat voor zichzelf in de binnenkamer». Spreker wijst er tenaLotte nog op, dat in de vergadering van de Provinciale Staten van Zuidholland door het lid Prof.Veraart is beweerd, dat een Roomsch Katholiek bezwaar heeft te bidden in tegenwoordigheid van niet-Katholieken, Spreker dringt er met Idem op aan, dat dit voorstel, hetwelk bij het in stemming brengen zal worden aangenomen met 8 tegen 7 stemmen, wordt teruggenomen, aangezien anders de geest in de raadsvergaderingen er onder zal lijden, De heer Hom merkt op dat van de zijde, welke niet het voorstel heeft ge daan, harde woorden zijn gevallen. Spreker onderschrijft het gezegde van den heer Endendijk» De heer Stroband heeft beweerd dat er te veel wordt gebeden, doch Spreker onderschrijft dat gezegde geenszins. Op een ander moment heeft de heer Stroband als 't ware te kennen gegeven dat het noodig is te bidden. Dit zijn dus tegenstrijdigheden. Door een ander lid is beweerd dat de minder heid iets wordt opgedrongen. Spreker meent dat hier niets wordt opgedrongen, want men had wel eerder, n.1, ruim 3 jaar geleden, met dit voorstel kunnen ko men, Als het stil gebed bij de Roomsch-Katholieken niet voldoet, mogen wij dan geen bepaald voorstel doen, vraagt Spreker, Naar aanleiding van de door den heer Gasille aangehaalde bewering van rrof. Veraart, zegt Spreker, dat het bidden van Roomsch Katholieken met andersdenkenden geenerlei bezwaar ontmoet. Wij schamen ons niet om een kruisteeken te maken, zegt Spreker. De heer van Breukelen acht het geen daad van wijs beleid om deze aangele genheid zoo ineens in bespreking te brengen tijdens de behandeling der begroo ting. De concentratie op de gemeente-begrooting raakt daarmede wel wat in het gedrang, Spreker, die gaarne zou zien dut dit voorstel van de agenda werd af gevoerd, verwacht nog veel discussies. Hier is, volgens Spreker, sprake van een soort overgevoeligheid bij de voorstellers» Spreker, die er tenslotte nog

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1938 | | pagina 350