21 Maart 1938 38. ning alles hebben kunnen zien ten opzichte van de voorgestelde bebou wing. Op die teekening kant een verklaring voor en de heeren hebben de bezwaarschriften zelf kunnen beoordeelen. Pe heer Thijssen stelt blijk baar geen voldoende vertrouwen in B.en W» daar hij de ontheffingsmoge lijkheid liever in handen geeft van den Raad. B.en W» zullen stellig met de verschillends belangen rekening houden en eventueele ontheffings- aanvragen met ernst overwegen, doch niet moet uit het oog worden verlo ren, dat het algemeen belang boven het persoonlijke belang gaat, Pe heer Thijssen wil blijkbaar den ouden toestand en derhalve oude rechten handhaven, doch het algemeen belang stelt nieuwe eischen ten opzichte van de bebouwing. Met deze bebouwingsvoorschriften wordt precies verkre gen wat gewenscht wordt en door toepassing van de strafbepaling, voorko mende in art.12, kan ook worden tegengegaan, dat winkels worden geves tigd in villa's. Pa heer Endendijk sprak over een soepele toepassing der verordening ten opzichte van bebouwing van terreintjes, welke aan twee zijden bebouwd zijn. Art.10 der verordehing voorziet hierin, door het verleenen van de noodige ontheffing. Pe vragen van den heer van de Ven zijn Spreker niet duidelijk, doch Spreker meent dat de heer van de Ven zijn vragen zelf wel kan beantwoorden aan de hand der teekening. Spreker betoogt voorts, dat de afstanden tot de zijerfafscheidingen niet te gering dienen te zijn, vooral niet op het terrein van de voormalige buitenplaats "Middelwijk". Spreker zegt het voorts nog altijd te betreu ren, dat Gedeputeerde Staten destijds geen goedkeuring hebben verleend aan het raadsbesluit tot aankoop van dat terrein, temeer vraar d© eige naar een tegemoetkomende houding tegenover de gemeente had aangenomen. Pe heer Nood er vroeg of het niet wenschelijk is deskundig advies omtrent de voorschriften in te winnen. Naar aanleiding hiervan wil Spreker even opmerken, dat de voorschriften zijn beoordeeld door de Provinciale Be- bouwings-Commissiodie zich volkomen mot een en ander kan vereenigen. Pe heer van de Ven vraagt of het College nu denkt, dat de leelijke gaten goed bebouwd zullen worden. Spreker meent dit n.1, te moeten be twijfelen. Wethouder Gasille meent dat met d8 onderhavige voorschriften veel te bereiken zal zijn. Pe heer Thijssen betoogt nogmaals, dat de Raad clementie had ge vraagd voor den bouwer van het schuurtje aan den Pelikaanweg. Pe feiten hebben bewezen, dat men deze voorschriften niet kan aanvaarden, tenzij de Raad de bevoegdheid tot het verleenen van ontheffing verkrijgt. Pe Voorzitter merkt op dat de heer Thijssen met veel woorden heeft beweerd dat onlangs in den Raad vele ernstige stemmen zijn opgegaan om clementie af te smeeken bij de kwestie van het afbreken van het schuurtje aan den Pelikaanweg» Spreker kan zich nog zeer goed herinneren, dat al leen de heer van de Ven aan B«en W„ verzocht heeft om toestemming te geven tot het laten staan van het schuurtje. Pa heer Thijssen stelt de ze zaak dus zeer overdreven voor. Ru B.en W. geen termen konden vinden om bedoeld schuurtje te laten staan, wil öe heer Biijssen B.en W. wantrou wen. Spreker noemt dit zeer ondemocratisch en betreurt een dergelijke houding. Spreker verzoekt dringend deze voorschriften te aanvaarden, daar het algemeen belang hiermede gpdiend zal zijn, Pe heer van Breukelen zegt dat hij cm principieels redenen er voor is, dat de ontheffingen worden verleend door den Raad. Niet uit wantrou wen, maar 15 menschen weten meer dan 4 menschen. p© heer Phijssen zegt dat het hier geen kwestie van wantrouwen is, „ïÜfraLh0?'t de,8t^ds ook zijn persoonlijken invloed uitgeoefend om ontxe te verkrijgen bij den bouw van meergenoemd schuurtje. Waar hier

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1938 | | pagina 76